De resultaten van de gerandomiseerde fase III-studie VIVID-1 laten zien dat bij patiënten met matig tot ernstig actieve ziekte van Crohn het anti-IL-23 antilichaam mirikizumab vergeleken met placebo geassocieerd was met een significant betere werkzaamheid. Mirikizumab verbeterde de 2 primaire uitkomstmaten, alle belangrijke secundaire uitkomstmaten en had een acceptabel veiligheidsprofiel.1
Mirikizumab is een gehumaniseerd anti-IL-23 monoklonaal antilichaam dat geregistreerd is als monotherapie bij matige tot ernstige colitis ulcerosa. In de gerandomiseerde fase III-studie VIVID-1 wordt de werkzaamheid en veiligheid onderzocht van mirikizumab versus placebo bij matig tot ernstig actieve ziekte van Crohn. De coprimaire uitkomstmaten zijn: 1) de klinische respons na 12 weken plus de endoscopische respons na 52 weken en 2) de klinische respons na 12 weken plus de klinische remissie na 52 weken.
In de VIVID-1-studie was mirikizumab vergeleken met placebo geassocieerd met een significante verbetering van de twee primaire uitkomstmaten. Het percentage patiënten met een klinische respons na 12 weken en een endoscopische respons na 52 weken was 38,0 met mirikizumab (n = 579) versus 9,0 met placebo (n = 199; p < 0,000001). Deze verbetering in respons door mirikizumab was onafhankelijk van het falen van een eerdere behandeling met een biological. Daarnaast was het percentage patiënten met een klinische respons na 12 weken en een klinische remissie na 52 weken 45,4 met mirikizumab versus 19,6 met placebo (p < 0,000001). Verder was mirikizumab vergeleken met placebo geassocieerd met een verbetering van alle belangrijke secundaire uitkomstmaten.
Tijdens de behandelperiode van 52 weken kwamen de bijwerkingen van mirikizumab overeen met het veiligheidsprofiel van dit antilichaam bij patiënten met colitis ulcerosa. In de mirikizumab- en placebogroep kwamen bijwerkingen voor bij respectievelijk 78,6 en 73,0% van de patiënten en ernstige bijwerkingen bij 10,3 en 17,1% van de patiënten. In de mirikizumab-groep waren de meest voorkomende bijwerkingen COVID-19 (16,5%), anemie (6,7%), artralgie en hoofdpijn (beide 6,5%).
Bron: