Bij patiënten met hiv-/hepatitis-C-virus-co-infectie is de totale overleving of mortaliteit die toe te schrijven is aan hepatische en niet-hepatische oorzaken na aanhoudende virologische respons niet afgenomen.
Bij patiënten met een chronische hepatitis-C-virusinfectie (HCV) is de invloed van co-infectie met hiv op hun klinische beloop na aanhoudende virologische respons (SVR) nog niet voldoende opgehelderd. Zo volgt uit sommige studies dat er een hogere mortaliteit is bij mensen met hiv-/HCV-co-infectie, terwijl andere studies geen verschil laten zien.
Dit was een Spaans multicenter cohortonderzoek waar 1.119 mensen met hiv-/HCV-co-infectie (n = 677) en met HCV-mono-infectie (n = 442) aan deelnamen. De mediane follow-up vanaf het moment van SVR van mensen met hiv-/HCV-co-infectie en HCV-mono-infectie was respectievelijk 78 en 73 maanden. Beide groepen waren op baseline vergelijkbaar qua patiëntkenmerken, waaronder de aanwezigheid van cirrose. 98% van degenen met hiv had een viral load < 200 kopieën/ml bij SVR; het mediane aantal CD4+-cellen was 573 cellen/mm3. Van de mensen met HCV-mono-infectie overleed na SVR 10%. Bij de mensen met hiv-/HCV-co-infectie overleed na SVR 11%. De doodsoorzaken waren leverziekte (n = 33), andere oorzaken (n = 86) en aids (n = 1).
Na 5 jaar was de totale overleving bij de mensen met HCV-mono-infectie 89%; na 7 jaar bedroeg deze 86%. Voor mensen met hiv-/HCV-co-infectie was de overleving respectievelijk 90 en 87%. Tussen beide groepen was geen verschil in hepatische en niet-hepatische sterfte. Onafhankelijke voorspellers voor sterfte door alle oorzaken (gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, hiv-infectie en propensiteitsscore) waren de Model for End-stage Liver Disease (MELD)-index en meting van de leverstijfheid (LSM) op het moment van SVR, maar hiv-infectie was dat niet (HR 1,01).
Bron:
- Corma-Gomez A, Martin-Carmona J, Tellez F, et al. Similar Mortality Among Individuals With HIV/HCV-Coinfection and HCV-Monoinfection After SVR. CROI Congress 2024, poster 715.