De vijfjaarsanalyse van de fase III MURANO-studie laat aanhoudende ondetecteerbare minimale restziekte (uMRD) zien bij patiënten met recidiverende/refractaire chronische lymfatische leukemie (R/R CLL).
De MURANO-studie vergeleek venetoclax plus rituximab (VenR) met de standaardbehandeling bestaande uit bendamustine plus rituximab (BR) bij patiënten met R/R CLL. In totaal werden 389 patiënten gerandomiseerd naar VenR (n = 194; Ven 400 mg dagelijks gedurende 2 jaar plus de standaarddosis R gedurende 6 maanden) of B plus R (n = 195; B 70 mg/m2 plus de standaarddosis R gedurende 6 maanden).
Na een mediane follow-up van 59,2 maanden bleef het voordeel wat betreft progressievrije overleving (PFS) van een behandeling met VenR ten opzichte van BR aanhouden: de mediane PFS was 53,6 maanden (95%-BI 48,4-57,0) bij VenR en 17,0 maanden (95%-BI 15,5-21,7) bij BR (HR 0,19; 95%-BI 0,15-0,26; p < 0,0001). Bij patiënten die de volledige 2 jaar Ven voltooiden (n = 130) was de PFS 36 maanden na het einde van de behandeling (EOT) 51,1% (95%-BI 40,2-61,9%).
Ook het voordeel in totale overleving (OS) bleef behouden: de geschatte 5-jaars-OS was 82,1% (95%-BI 76,4-87,8) bij VenR en 62,2% (95%-BI 54,8-69,6) bij BR (HR 0,40; 95%-BI 0,26-0,62; p < 0,0001). VenR-patiënten die EOT bereikten zonder ziekteprogressie en met uMRD (83/118) hadden een betere overleving dan patiënten met MRD (35/118): de geschatte 3-jaars post-EOT-overleving was respectievelijk 95,3% (95%-BI 90,0-100,0) en 85,0% (95%-BI 72,8-97,2).
Patiënten zonder MRD bij wie op baseline del(17p), genomische complexiteit (GC) en ongemuteerd immunoglobulin heavy chain gene (IGVH) werd aangetroffen, bleken een verhoogd risico op MRD-conversie en ziekteprogressie te hebben.
Bron