Na het transplanteren van CCR5∆32/∆32-haplo-navelstrengbloed genas een vrouwelijke patiënt van hiv-1-infectie. De behandelaars vinden dat deze interventie breder ingezet zou kunnen worden om bij hiv-1-patiënten die vanwege andere ziekten een stamceltransplantatie nodig hebben, een remissie en curatie van hiv-1-infectie te bereiken.
Eerder werd gerapporteerd dat twee mannen met een maligniteit genazen na een CCR5∆32 homozygote allogene stamceltransplantatie van hun tevens bestaande hiv-1-infectie. Tijdens dit congres is het verhaal van een vrouwelijke patiënt gepresenteerd die na een transplantatie van CCR5∆32 homozygoot navelstrengbloed een ART-vrije remissie van de hiv-1-infectie bereikte. Het betreft een Amerikaanse vrouw van middelbare leeftijd die tijdens de ART, vier jaar nadat hiv-1 was gediagnosticeerd, een hoogrisico-AML ontwikkelde.
Ze onderging een stamceltransplantatie met CCR5∆32/∆32-haplo-navelstrengbloed. De AML ging vervolgens in remissie. Op dag 100 na de transplantatie ontstond een chimerisme van 100% CCR5∆32/∆32-navelstrengbloed, die behouden bleef. Ze had geen acute of chronische graft-versus-hostziekte (GVHD) en een asymptomatische CMV- en EBV-reactivering.
37 maanden na de transplantatie stopte ze met ART en bleef ze gedurende 14 maanden aviremisch, oftewel: ze is hiv-1-seronegatief en heeft geen hiv-1-specifieke T-celrespons. Haar geïmplanteerde cellen vertonen ex-vivoresistentie tegen de infectie.
Dit is het derde bekende geval van een hiv-1-remissie, het eerste bekende geval bij een vrouw met een gemengde etnische afkomst en de eerste patiënt in deze setting aan wie een haplo-navelstrengbloed CCR5∆32/∆32-stamceltransplantatie was gegeven.
Bron