Uit een subgroepanalyse van de fase III-studie PURPOSE-1 bleek dat de naleving van pre-expositieprofylaxe met halfjaarlijkse subcutane injecties van lenacapavir significant beter is dan met dagelijkse orale inname van emtricitabine plus tenofoviralafenamide of emtricitabine plus tenofovirdisoproxilfumaraat.1
Het dagelijks innemen van orale pre-expositieprofylaxe (PrEP) kan een uitdaging zijn bij mensen met een verhoogd risico op een hiv-infectie. In een subanalyse van de gerandomiseerde fase III-studie PURPOSE-1 werd gedurende een jaar bij cisgendervrouwen de naleving onderzocht van PrEP met subcutane injecties van lenacapavir (LEN) elke 26 weken, versus dagelijkse orale inname van emtricitabine plus tenofoviralafenamide (F/TAF) of emtricitabine plus tenofovirdisoproxilfumaraat (F/TDF). In de LEN-groep kregen de vrouwen naast LEN een oraal placebo voor F/TAF of F/TDF; in de F/TAF- en de F/TDF-groep kregen de vrouwen een subcutaan placebo voor LEN.
Uit de resultaten bleek dat de naleving van het PrEP-gebruik in de LEN-groep goed was, terwijl de naleving in de F/TAF- en F/TDF-groep slecht was. Van de vrouwen in de LEN-groep kreeg 91 en 94% een subcutane injectie met LEN na respectievelijk 26 en 52 weken. Minder dan de helft van de vrouwen die F/TAF gebruikten bleek na 8 weken ≥ 4 doses per week in te nemen en dit deel van de groep werd kleiner in de periode daarna. De naleving bij de vrouwen die F/TDF innamen was nog slechter. Na 1 jaar was de naleving 79,5% in de LEN-groep (n = 112), versus 5,2% in de F/TAF- en de F/TDF-groep samen (n = 153; p < 0,0001). In de F/TAF-groep was het risico op een hiv-infectie significant kleiner bij vrouwen met een goede of gemiddelde naleving van het dagelijkse schema dan bij vrouwen die dit schema slecht naleefden (OR 0,11; 95%-BI 0,012-0,485; p = 0,0006).
Bron: