Bij patiënten met spierinvasief urotheelcelcarcinoom verbetert neoadjuvant ‘hogedosis methothrexaat plus vinorelbine, doxorubicine en cisplatine’ (dd-MVAC) de overleving ten opzichte van neoadjuvant gemcitabine plus cisplatine. Dit blijkt uit de resultaten van de GETUG/AFU VESPER V05-studie.
Voor de VESPER-studie werden 493 patiënten geïncludeerd. Een meerderheid van 437 patiënten werd neoadjuvant behandeld: 218 met dd-MVAC en 219 met gemcitabine-cisplatine. De overige 56 patiënten ontvingen een adjuvante behandeling: 30 met dd-MVAC en 26 met gemcitabine-cisplatine. Het primaire eindpunt van de studie was de 3-jaars progressievrije overleving.
Dit eindpunt in de intention-to-treat-groep bleek weliswaar numeriek hoger in de dd-MVAC-groep in vergelijking met de gemcitabine-cisplatine-groep (64 vs. 56%), maar dit verschil was niet significant (HR 0,77; 95%-BI 0,57-1,02; p = 0,066). In de neoadjuvant behandelde groep was de 3-jaars progressievrije overleving wel significant hoger met 66 vs. 55% (HR 0,70; 95%-BI 0,51-0,96; p = 0,025). Ook de tijd tot progressie was significant beter met dd-MVAC in zowel de ITT-populatie (HR 0,68; 95%-BI 0,50-0,93; p = 0,014) als in de neoadjuvante groep (HR 0,62; 95%-BI 0,44-0,87; p = 0,005). De totale overleving was eveneens superieur met dd-MVAC in zowel de ITT-populatie (HR 0,74; 95%-BI 0,55-1,00) als de neoadjuvante groep (HR 0,66; 95%-BI 0,47-0,92).
In de adjuvant behandelde groep gaven de resultaten geen uitsluitsel over eventuele voordelen van de behandeling vanwege het beperkte aantal patiënten in dit cohort.
De onderzoekers verwachten dat de definitieve analyse van de totale overleving de resultaten bevestigt en stellen dat toekomstige studies moeten nagaan hoe in deze setting chemotherapie gecombineerd kan worden met immunotherapie.
Bron: