Een tussentijdse analyse van een fase II-studie naar neoadjuvant osimertinib bij patiënten met resectabel EGFR-positief NSCLC komt tot veelbelovende bevindingen. Bij 69% van de 13 patiënten die hiermee werden behandeld, was sprake van een pathologische respons.
Osimertinib heeft al langere tijd een belangrijke plaats bij de behandeling van gemetastaseerd NSCLC en sinds dit jaar ook als adjuvante behandeling bij vroeg-stadium EGFR-positief NSCLC. De hoop is dat osimertinib als neoadjuvante behandeling nog effectiever is. Een nog lopende Amerikaanse fase II-studie kijkt daarom naar het effect van neoadjuvant osimertinib bij patiënten met resectabel EGFR-positief NSCLC. De vroege analyse was gebaseerd op data van 13 patiënten.
In deze groep was bij 69% sprake van een pathologische respons, ofwel een tumorregressie van 50% of meer. Het aantal major pathologische responsen (tumorregressie van ≥ 90%) was met 15% aanzienlijk lager. De ORR was 46% en de gemiddelde duur van de behandeling 59 dagen.
Verder rapporteerden de onderzoekers dat de RBM10-loss-of-functionmutatie geassocieerd was met het uitblijven van een pathologische respons. Daarnaast bleek uit analyse van het pathologisch materiaal van drie patiënten dat behandeling met osimertinib mogelijk gepaard gaat met een afname van het aantal macrofagen en een toename van het aantal T-cellen. De onderzoekers hypothetiseerden dat T-cel-infiltratie mogelijk gecorreleerd is aan de kans op het bereiken van een pathologische respons.
Op basis van de bevindingen is inmiddels de fase III-neoADAURA-studie gestart, waarin neoadjuvant osimertinib met of zonder chemotherapie wordt vergeleken met alleen chemotherapie bij patiënten met resectabel, stadium II-IIIB EGFR-positief NSCLC.
Bron
Blakely C. A Phase II trial of neoadjuvant osimertinib for surgically resectable EGFR-mutant non-small cell lung cancer (update). WCLC 2021, abstract P26.02.