Neurofilament light als indicator van behandelrespons bij MS

Delen via:
ECTRIMS 2020

Neurofilament light chain in serum (sNfL) weerspiegelt niet alleen neuroaxonale schade, maar blijkt ook waardevol te zijn als biomarker van een suboptimale respons op ziektemodificerende therapie (DMT). Resultaten van nieuw onderzoek geven aan dat sNfL in de dagelijkse klinische praktijk bruikbaar is voor het monitoren van de MS-behandeling.

Zwitserse onderzoekers gingen na wat de voorspellende waarde is van het sNfL bij DMT-gebruikers met een klinisch geïsoleerd syndroom (CIS) of RRMS. Dit deden zij door de z-scores (sNfLz) van MS-patiënten af te zetten tegen het gemiddelde sNfLz van even oude gezonde controlepersonen (n = 8865). Daarbij werd nagegaan of er een associatie was tussen het sNfLz en klinische gebeurtenissen, namelijk: relapses en EDSS-verslechtering in het volgende jaar, in het bijzonder bij MS-patiënten die voldeden aan de NEDA 3-criteria. Aan de hand van het sNfLz plus de klinische en MRI-uitkomsten werd een model gemaakt om klinische gebeurtenissen in het daaropvolgende jaar te voorspellen.

Het sNfL werd bij 1062 patiënten gemeten in 5192 samples. Het sNfLz had een voorspellende waarde voor klinische gebeurtenissen in het volgende jaar: OR 1,21 (95% BI 1,11-1,36); p < 0,001, n = 4624). Dit effect nam toe met het stijgen van het sNfLz:

  • sNfLz > 1: OR 1,41 (1,15-1,73); p = 0,001;
  • sNfLz > 1,5: OR 1,80 (1,43-2,28); p < 0,001;
  • sNfLz > 2: OR 2,33 (1,74-3,14; p < 0,001.

Toekomstige klinische gebeurtenissen werden voorspeld aan de hand van nieuwe of gegroeide T2-laesies: OR 1,88 (1,13-3,12); p = 0,016) en door een sNfLz > 1,5: OR 2,18 (1,21-3,90); p = 0,009). Ze werden niet voorspeld door voorafgaande EDSS-verslechtering of eerdere relapses. Zelfs bij NEDA 3-patiënten was verandering in het sNfLz geassocieerd met een hoger risico op klinische gebeurtenissen in het daaropvolgende jaar: OR 1,37 (1,04-1,78); p = 0,025).

Bron:

Yaldizli Ö. Value of serum neurofilament light chain levels as a biomarker of suboptimal treatment response in MS clinical practice. MSVIRTUAL2020, PS09.05

Bloedverdunners verminderen cognitieve achteruitgang bij AF niet

dec 2024 | Neuro-vasculair, Ritmestoornissen

Lees meer over Bloedverdunners verminderen cognitieve achteruitgang bij AF niet

Hoeveelheid reticulaire pseudodrusen gerelateerd aan risico op een beroerte

sep 2024 | Myocardinfarct, Netvliesafwijkingen, Neuro-vasculair

Lees meer over Hoeveelheid reticulaire pseudodrusen gerelateerd aan risico op een beroerte

Veranderingen in korteketenvetzuren hangen samen met ziekteprogressie bij patiënten met MS

sep 2024 | Multipele Sclerose

Lees meer over Veranderingen in korteketenvetzuren hangen samen met ziekteprogressie bij patiënten met MS

De effectiviteit, veiligheid en belasting van behandeling met cladribine-tabletten

sep 2024 | Multipele Sclerose

Lees meer over De effectiviteit, veiligheid en belasting van behandeling met cladribine-tabletten

Hoe presenteert corticale encefalitis zich bij kinderen met MOGAD?

sep 2024 | Multipele Sclerose

Lees meer over Hoe presenteert corticale encefalitis zich bij kinderen met MOGAD?

3D-FLAIR bruikbaar voor de identificatie van neuritis optica

sep 2024 | Multipele Sclerose

Lees meer over 3D-FLAIR bruikbaar voor de identificatie van neuritis optica

De-escalatie geeft hoger risico op relapses en ziekteprogressie

sep 2024 | Multipele Sclerose

Lees meer over De-escalatie geeft hoger risico op relapses en ziekteprogressie

Therapeutische inertie bij de behandeling van vrouwen met MS

sep 2024 | Multipele Sclerose

Lees meer over Therapeutische inertie bij de behandeling van vrouwen met MS

Kan progressie onafhankelijk van relapsactiviteit worden vastgesteld met patiëntgerapporteerde uitkomsten?

sep 2024 | Multipele Sclerose

Lees meer over Kan progressie onafhankelijk van relapsactiviteit worden vastgesteld met patiëntgerapporteerde uitkomsten?