Vrouwen met inflammatoire handartrose en neuropathische pijnklachten hebben vaker comorbiditeit en ervaren een lagere kwaliteit van leven dan patiënten zonder neuropathische pijn, zo blijkt uit een Nederlandse studie. Bovendien zijn de klachten vermoedelijk niet te verhelpen met anti-inflammatoire medicatie.
Pijn is een veelvoorkomend en moeilijk te behandelen symptoom bij handartrose. Vaak spelen meerdere pijnmechanismen een rol. Deze studie onderzoekt a) de aanwezigheid van neuropathische pijnsymptomen bij patiënten met inflammatoire handartrose; b) de eigenschappen van deze patiënten; c) de impact ervan op gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven, en d) de invloed van anti-inflammatoire behandeling op neuropathische pijnklachten.
PainDETECT-vragenlijst
De onderzoekers hebben 92 patiënten met handartrose geïncludeerd uit een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde trial naar prednisolon. Aan de start hadden patiënten kenmerken van synovitis en een VAS-vingerpijn van ≥ 30 mm. Het primaire eindpunt was VAS-vingerpijn (0-100) op week 6. Ze maten neuropathische pijnsymptomen bij aanvang en op week 6 met de gevalideerde painDETECT-vragenlijst, die bestaat uit vragen over pijnkwaliteit, pijnintensiteit over de tijd en uitstralende pijn. De kwaliteit van leven is gemeten met de SF36 en de behandelrespons met de OMERACT-OARSI-responscriteria.
Meer pijn en comorbiditeit
De scores van de painDETECT-vragenlijst variëren van 1 tot 38. Patiënten scoorden waarschijnlijk geen (< 13, 53%), onbepaald (13-18, 31%) en waarschijnlijk (> 18, 16%) neuropathische pijn. In de multivariate analyses zijn hogere painDETECT-scores geassocieerd met minder radiografische schade, meer comorbiditeit, het vrouwelijk geslacht en een hogere VAS-vingerpijn. Patiënten met painDETECT-scores > 18 scoorden bovendien lager op kwaliteit van leven.
De painDETECT-scores bleven tijdens de trial onveranderd in beide behandelarmen met prednisolon en placebo. De VAS-pijn verbeterde meer in de prednisolon-groep, maar er was geen associatie te vinden tussen de aanwezigheid van neuropathische pijnklachten bij aanvang en de OMERACT-OARSI-respons. De aanbeveling is dan ook dat behandelaren rekening houden met neuropathische pijnklachten en dat deze patiënten waarschijnlijk baat hebben bij een extra, specifieke behandeling.
Bron: