Er is een vergelijkende studie gedaan naar de bruikbaarheid van neurofilament light (NfL) en total tau (T-tau) in plasma als cross-sectionele en longitudinale markers van cognitieve achteruitgang en als imaging-markers. NfL bleek vooral goed dienst te kunnen doen als voorspellende marker, terwijl T-tau cross-sectionele waarde aan NfL kan toevoegen.
NfL en T-tau zijn nadrukkelijk in beeld gekomen als biomarkers in plasma van neurodegeneratie. In een nieuw onderzoek dat is gepresenteerd tijdens het AAN-congres zijn de merites van beide tegen elkaar afgezet. Dit is gedaan in het licht van het opzetten van nieuwe trials en om het nut van NfL en T-tau te achterhalen bij de diagnose en prognose van cognitieve achteruitgang in de klinische praktijk.
Van 995 deelnemers aan de Mayo Clinic Study on Aging zonder tekenen van dementie werden gelijktijdig verkregen NfL en T-tau in plasma verzameld, naast gegevens over de cognitie en beeldvormende data (corticale dikte, volume van de hippocampus, integriteit en hyperintensiteit van de witte stof). Al deze gegevens werden in een periode gemiddeld ruim 6 jaar ongeveer om de 15 maanden opnieuw verzameld.
In alle analyses was NfL op baseline sterker geassocieerd met de bestudeerde markers van cognitie en markers van neuro-imaging dan T-tau. Daarentegen was niet alleen een verhoogde NfL-waarde, maar ook een verhoogde T-tau-waarde op baseline geassocieerd met een minder goede globale cognitie en met een slechter geheugen; ze waren bovendien allebei geassocieerd met een aantal markers van neuro-imaging, waaronder dikte van de temporale cortex en meer infarcten. Longitudinaal gezien had T-tau geen toegevoegde waarde ten opzichte van NfL.
Bij 387 deelnemers werden de analyses nogmaals uitgevoerd met behulp van het Alzheimer’s Disease Neuroimaging Initiative (ADNI). Dit cohort had geen dementie en werd gemiddeld 3 jaar gevolgd. Deze ADNI-analyses hadden vergelijkbare resultaten.
Bron: