Tijdens de ACR Convergence is de herziene richtlijn gepresenteerd voor screening op, behandeling en monitoring van lupusnefritis. De update bevat nieuwe aanbevelingen die inspelen op recente ontwikkelingen in de behandeling van deze ernstige complicatie bij systemische lupus erythematodes.
In de afgelopen jaren zijn nieuwe geneesmiddelen, zoals belimumab en voclosporine, goedgekeurd voor de behandeling van lupusnefritis. Deze ontwikkelingen hebben geleid tot een verschuiving van de traditionele indeling in inductie- en onderhoudstherapie naar een benadering met combinatiebehandelingen die zich richten op verschillende delen van het immuunsysteem. Hoofdonderzoeker van de richtlijn en hoogleraar klinische geneeskunde aan Weill Cornell Medicine Lisa Sammaritano: “De behandelingen zijn gericht op het behouden van de nierfunctie en het verminderen van de morbiditeit en mortaliteit geassocieerd met chronische nierziekte.”
Screening
De richtlijn bevat 41 aanbevelingen en verklaringen over good practice. Een sterke aanbeveling voor de screening luidt om patiënten met systemische lupus erythematodes (SLE) zonder bekende nieraandoening elke 6 tot 12 maanden te screenen op of bij het optreden van extrarenale opvlammingen. Een ander advies is om een nierbiopt te nemen bij patiënten met SLE die verhoogde eiwitniveaus in de urine (> 0,5 g/g) en/of een verminderde nierfunctie hebben zonder andere verklaring.
Combinatiebehandeling
Voor actieve lupusnefritis in klasse III of IV adviseert de richtlijn een drievoudige immuunsuppressieve behandeling, bestaande uit glucocorticoïden in combinatie met mycofenolaat en belimumab, mycofenolaat en een calcineurineremmer, of een lage dosis cyclofosfamide en belimumab. Verder beveelt de richtlijn een lagere dosering glucocorticoïden aan (na initiële intraveneuze pulsbehandeling) om toxiciteit te minimaliseren, te beginnen met 0,5 mg/kg/dag prednison (maximaal 40 mg per dag) met een afbouw tot ≤ 5 mg/dag binnen 6 maanden.
Monitoring
De richtlijn beveelt verder aan om ten minste elke 3 maanden proteïnurie te kwantificeren bij patiënten met lupusnefritis die nog geen volledige nierrespons hebben bereikt, en elke 3 tot 6 maanden bij patiënten met een aanhoudende volledige nierrespons.
Bron: