Als eerstelijnsbehandeling voor gevorderd kleincellig longcarcinoom leidt de combinatie van benmelstobart, anlotinib en chemotherapie tot een betere progressievrije en totale overleving ten opzichte van placebo plus chemotherapie. De resultaten van ETER701 werden gepresenteerd tijdens de IASLC 2023 World Conference on Lung Cancer in Singapore.
In het multicenter, placebogecontroleerde, gerandomiseerde fase III-onderzoek werden patiënten met gevorderd kleincellig longcarcinoom (SCLC) in de eerste lijn behandeld met 4 cycli benmelstobart plus anlotinib plus chemotherapie (etoposide/carboplatine) of met placebo plus chemotherapie. Deze behandeling werd gevolgd door onderhoudstherapie met benmelstobart + anlotinib, alleen anlotinib of placebo tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit. De primaire eindpunten waren de totale overleving (OS) en de progressievrije overleving (PFS) in de intention-to-treat (ITT)-populatie. 246 patiënten kregen de experimentele behandeling en 247 patiënten werden geïncludeerd in de controlegroep.
De nieuwe combinatiebehandeling met benmelstobart en anlotinib leidde tot significant betere uitkomsten ten opzichte van de behandeling met chemotherapie. De mediane PFS was respectievelijk 6,9 versus 4,2 maanden (HR 0,32) en de mediane OS was 19,3 versus 11,9 maanden (HR 0,61). Ook was het objectieve responspercentage beter (81,3 vs. 66,8%) en de duur van de respons langer (5,8 vs. 3,1 maanden). 3 patiënten in de experimentele arm (1,22%) hadden een complete respons.
Benmelstobart is een nieuwe PD-L1-remmer. Anlotinib is een orale TKI die aangrijpt op diverse tyrosinekinases die zijn betrokken bij de angiogenese. Behandeling hiermee werd relatief goed verdragen, meldden de onderzoekers, maar bijwerkingen van graad 3 of hoger traden wel op bij 93,1% van de patiënten. De meest frequente bijwerkingen waren verminderde aantallen neutrofielen, bloedplaatjes en leukocyten. Immuungerelateerde bijwerkingen traden op bij 42,7% van de patiënten in de experimentele arm en bij 19,1% van de patiënten in de controle-arm.
De onderzoekers concluderen dat het toevoegen van een angiogeneseremmer aan immunochemotherapie bij de eerstelijnsbehandeling van gevorderd SCLC leidde tot de tot nog toe langste PFS en OS in deze setting. Zij stellen dat anlotinib plus immunochemotherapie gezien moet worden als een nieuwe behandeloptie in deze patiëntenpopulatie.
Bron: