Bij kinderen tussen de 0 en 5 jaar zijn nieuwe respiratoire fenotypes geïdentificeerd die zijn gekoppeld aan verschillende risicofactoren. Deze bevindingen dragen volgens de auteurs bij aan een beter begrip van de heterogeniteit van astma bij kinderen en aan mogelijke gepersonaliseerde behandelstrategieën.
De studie had tot doel respiratoire fenotypes te definiëren op basis van longitudinale wheezing en atopische sensibilisatiepatronen in het eerste 5 levensjaren van baby’s, en om mogelijke associaties tussen deze fenotypes en verschillende risicofactoren te vinden. De onderzoekers beschikten over gegevens van 3.118 deelnemers in de eerste 60 levensmaanden uit de zogenoemede CHILD-cohortstudie.
De onderzoekers onderscheidden 6 respiratoire fenotypes:
- de niet-frequente piepende ademhaling met niet-frequente atopie (IW + IA: 62,7%);
- de voorbijgaande piepende ademhaling met niet-frequente atopie (TW + IA: 13%);
- de niet-frequente piepende ademhaling met aanhoudende atopie (IW + PA: 8,4%);
- piepende ademhaling met niet-frequente atopie vanaf de schoolleeftijd (POW + IA: 9,1%);
- aanhoudende piepende ademhaling met niet-frequente atopie (PW + IA: 3,5%);
- piepende ademhaling en aanhoudende atopie vanaf de kleuterschool (POW + PA: 3,3% ).
De astmadiagnose op 5-jarige leeftijd verschilde significant tussen de fenotypes (p < 0,001). De onderzoekers vonden ook significante associaties tussen de 6 fenotypes en astma in de familiegeschiedenis, de met spirometrie gemeten longfunctie, blootstelling aan de leefomgeving, genetische factoren en de rijkheid van het microbioom.
De auteurs menen dat hun bevindingen bijdragen aan een dieper begrip van de heterogeniteit van astma bij kinderen en potentiële gepersonaliseerde therapeutische strategieën.
Bron: