Tijdens de ADA Scientific Sessions 2022 zijn verschillende studies gepresenteerd over insuline icodec. Onder meer is gekeken naar de effectiviteit ervan bij alternatieve injectieplaatsen.1 Ook is onderzocht wat de hypoglykemische respons is bij overdosering.2
In een gerandomiseerde studie spoten 25 patiënten met diabetes type 2 gedurende 9-13 weken icodec (5,6 eenheden per kg) in hun dijbeen, buik en bovenarm. Onderzocht is of er verschil was in het glucoseverlagende effect 36-60 uur na de injectie. Dit bleek niet het geval. Ook is gekeken naar de maximale concentratie Cmax); die was in de buik en bovenarm hoger dan in het dijbeen (zie tabel).
Injectieplaats AUC0-∞,SD Cmax,SD Cmax,SS | |||
Ratio (95%-BI) | |||
Buik vs. dijbeen | 1,02 (0,96-1,09) | 1,17 (1,07-1,29) | 1,11 (1,03-1,19) |
Bovenarm vs. dijbeen | 1,04 (0,98-1,10) | 1,24 (1,14-1,35) | 1,16 (1,10-1,23) |
Buik vs. bovenarm | 0,98 (0,93-1,05) | 0,94 (0,86-1,03) | 0,95 (0,89-1,02) |
SD = single dose; SS = state state
Overdosering
Bij 43 patiënten met diabetes type 2 is onderzocht wat het hypoglykemische effect is na een overdosering icodec vergeleken met een overdosis insuline glargine U100 (iGlar). Zij kregen 6 weken lang eenmaal wekelijks icodec of 12 dagen lang eenmaal dagelijks iGlar, getitreerd tot een nuchtere bloedglucosewaarde van 4,4-12,8 mmol/l.
Na stabilisatie kregen zij dubbele of drievoudige doses icodec of iGlar. Euglykemie werd gehandhaafd op 5,6 mmol/l met intraveneus toegediende glucose. De glucosewaarde mocht dalen tot een dieptepunt van maar liefst 2,5 mmol/l, maximaal 15 minuten lang. In de studie is de zogeheten hypoglycemische symptoomscore (HSS) bijgehouden en is gekeken naar de tegenregulerende hormonen.
Hypoglykemie
Met een dubbele dosis icodec trad een klinisch significante hypoglykemie (< 3,0 mmol/l) op bij 40% van de deelnemers versus bij 36% met iGlar (OR 1,28; p = 0,63). Met een drievoudige dosis trad een klinisch significante hypoglykemie op bij respectievelijk 53 versus 70% van de deelnemers (OR 0,48; p = 0,14). De gemiddelde laagste bloedglucosewaarde was 3,1 met icodec versus 2,9 mmol/l met iGlar (behandelingsverschil 1,07; p < 0,001). De verandering in HSS bij de laagste waarde was vergelijkbaar voor icodec versus IGlar (behandelingsverschil 0,46; p = 0,77). De endocriene respons (adrenaline, noradrenaline en cortisol) tijdens het optreden van een hypoglykemie was groter met icodec dan met iGlar, terwijl glucagon en groeihormoonspiegels op dezelfde manier toenamen.
Bronnen