Ouderen die leiden aan obstructief slaapapneu laten een sterkere cognitieve achteruitgang zien dan ouderen zonder deze aandoening. Dit geldt vooral voor mannen, mensen van 74 jaar en ouder en mensen die negatief scoren op ApoE4.
De relatie tussen slaapapneu en cognitieve achteruitgang bij ouderen is nog niet helemaal opgehelderd. Zwitserse onderzoekers bestudeerden binnen de HypnoLaus-studie of obstructief slaapapneu (OSA) op baseline is geassocieerd met cognitieve achteruitgang 5 jaar later. Aan de studie namen zelfstandig wonende ouderen deel van 65 jaar en ouder.
Bij aanvang van de studie verrichtten de onderzoekers een uitgebreide slaapmeting (polysomnografie) en maten zij het cognitief functioneren. Hiervoor gebruikten zij 6 verschillende neuropsychologische tests. Na 5 jaar maten zij opnieuw het cognitief functioneren. In totaal namen 358 ouderen deel aan de studie (gemiddelde leeftijd (SD) 71,0 ± 4,1 jaar, 42,6% mannen).
De primaire uitkomstmaat van de studie was de jaarlijkse verandering in de scores van de neuropsychologische testen gedurende de follow-upperiode ([score bij follow-up – score op baseline] / aantal jaar follow-up). De onderzoekers keken hierbij ook naar het effect van leeftijd, geslacht en apolipoproteine E4 (ApoE4) op de relatie tussen OSA en cognitief functioneren. Daarnaast onderzochten zij of er een ernstige achteruitgang in het cognitief functioneren optrad. Dit was het geval als de afname in het cognitief functioneren groter was dan de gemiddelde jaarlijkse afname plus 1 standaarddeviatie.
De OSA-parameters die samenhangen met hypoxemie (een lagere saturatie; SpO2 en een hoger percentage van de slaaptijd met een saturatie onder de 90%; TST90) lieten de sterkste associatie zien met cognitieve achteruitgang. Deze parameters waren geassocieerd met een sterkere afname in de globale cognitie, verwerkingssnelheid, executieve functies en het verbaal geheugen. Dit gold met name voor 74-plussers en deelnemers die negatief scoorden op ApoE4.
De scores op de OSA-parameter apneu-hypopneu index (AHI) en de oxygenatie-desaturatie-index (ODI) hingen samen met een afname in de verwerkingssnelheid en executieve functies. Dit gold vooral voor 74-plussers en mannen. Slaapfragmentatie hing niet samen met de achteruitgang in cognitieve functies.
In een vervolgstudie willen de onderzoekers kijken of een behandeling met continuous positive airway pressure (CPAP), welke wordt toegepast bij OSA, een positief effect kan hebben op het cognitief functioneren.
Bron: