Het monoklonale anti-PD-L1-antilichaam sugemalimab lijkt effectief als onderhoudsbehandeling na chemoradiotherapie bij irresectabel stadium III-NSCLC. De behandeling verbetert de progressievrije overleving, blijkt uit de GEMSTONE-301 studie.1
Eerder dit jaar bleek uit de GEMSTONE-302 dat sugemalimab plus chemotherapie effectief was bij patiënten met stadium IV-NSCLC.2 Tijdens de WCLC presenteerden de onderzoekers een analyse van de progressievrije overleving bij patiënten met irresectabel stadium III-NSCLC. De 381 deelnemers aan de GEMSTONE-301 vertoonden geen progressie na gelijktijdige of sequentiële chemoradiotherapie en werden gerandomiseerd naar onderhoudsbehandeling met sugemalimab (1200 mg IV, Q3W), of placebo.
Na een mediane follow-up van 27,1 maanden in de sugemalimab-groep en 23,5 maanden in de placebogroep was de mediane progressievrije overleving (PFS) respectievelijk 10, 5 en 6,2 maanden (HR 0,65). Na 12 en 24 maanden was het aandeel patiënten zonder progressie respectievelijk 49,5 vs. 32,3% en 38,6 vs. 23,1%. Wel was er een verschil tussen patiënten die gelijktijdig en sequentieel chemoradiotherapie kregen. Bij de patiënten die gelijktijdig chemoradiotherapie kregen was de mediane PFS 15,7 maanden in de sugemalimab-groep en 8,3 maanden in de placebogroep (HR 0,71), terwijl bij sequentiële chemoradiotherapie de mediane PFS respectievelijk 8,1 vs. 4,1 maanden was (HR 0,57). De totale overleving (OS) was nog niet geschikt voor analyse, maar werd wel getoond. De mediane OS was nog niet bereikt in de sugemalimab-groep en 25,9 maanden in de placebogroep.
Behandeling met sugemalimab ging wel gepaard met meer bijwerkingen. Ernstige bijwerkingen traden op bij 78,4 vs. 27,8% van de patiënten. Ook overleed een aantal patiënten als gevolg van bijwerkingen, respectievelijk 4,7 en 2,4% in de sugemalimab- en placebogroep. Ondanks deze nadelen concluderen de onderzoekers dat sugemalimab veilig en effectief kan worden gebruikt in deze setting en dat dit de nieuwe standaardbehandeling zou kunnen worden.
Bronnen