Het is mogelijk om door middel van een EEG onderscheid te maken tussen klinische en subklinische focale epileptische aanvallen. Nieuwe kennis leidt tot inzicht in de dynamiek van aanvallen in verschillende hersenregio’s.
De diagnostiek en follow-up van epilepsiepatiënten is complex en veeleisend. Om te beginnen is het standaardonderzoek met een EEG gedurende 20 minuten vaak niet voldoende voor het detecteren van epileptische activiteit. Bovendien blijken patiënten regelmatig epileptische aanvallen niet waar te nemen, bijvoorbeeld door bewustzijnsverlies, of melden patiënten deze aanvallen niet aan hun behandelaar.
EEG-monitoring en -devices
Stationaire EEG-monitoring heeft enkele nadelen:
- Natuurlijke triggerende factoren van een epileptische aanval kunnen gemist worden.
- Stationaire EEG-monitoring vereist een langere periode van strakke klinische controle.
- Provocatietests, bijvoorbeeld door reductie van de anti-epileptische medicatie, kunnen patiënten in gevaar brengen en zijn in tegenspraak met het behandeldoel de patiënt vrij te houden van aanvallen.
- Stationaire EEG-monitoring leidt tot hoge kosten voor het gezondheidszorgsysteem.
Vanwege deze nadelen zijn steeds meer EEG-devices ontwikkeld die bruikbaar zijn in de dagelijkse praktijk, maar ook deze kennen nadelen, zoals de speciale uitrusting die ervoor nodig is en continue supervisie door een zorgverlener.
Recente studie
Van de 50 onderzochte patiënten met focale epilepsie hadden 40 personen epilepsie vanuit de temporaalkwab en 10 extra-temporale epilepsie. Hun EEG’s werden retrospectief geïnventariseerd op de totale duur van de elektrografische aanvalspatronen, het aantal betrokken elektrodes, eventuele uitbreiding naar ipsi- of contralaterale elektrodes en de aanwezigheid van ictale patronen.
Subklinische aanvallen waren significant korter, er waren significant minder elektrodes bij betrokken en er trad significant minder vaak uitbreiding op naar ipsilateraal en naar de contralaterale hemisfeer. Op patiëntniveau was de verscheidenheid in de frequentie en configuratie van de elektrografische patronen groot. Dit gold voor beide soorten aanvallen.
Bron: