Voor het eerst is in een prospectieve gecontroleerde studie open cystectomie vergeleken met ‘intracorporeal robot-assisted radical cystectomy’ (iRARC). Er was geen significant verschil tussen beide groepen in totale of kankerspecifieke overleving. Wel was de hospitalisatie in de iRARC-groep korter.
Bij agressieve blaaskanker is radicale cystectomie met lymfadenectomie in het bekkengebied de gouden standaard. In een Britse studie is gekeken of iRARC de mortaliteit en andere eindpunten gunstig beïnvloedt. Van 1121 patiënten werden er 338 geïncludeerd uit negen behandelcentra. Ze werden een-op-een gerandomiseerd naar open cystectomie of iRARC; 21 deelnemers ondergingen uiteindelijk geen cystectomie. De gemiddelde leeftijd was 69 jaar, 79% was man en 71% rookte of had gerookt. Een derde (34%) kreeg neoadjuvante chemotherapie. Bij de meeste deelnemers (89%) werd een urostoma aangelegd.
Het primaire eindpunt was het aantal dagen binnen 90 dagen na de operatie dat zij zich levend buiten het ziekenhuis bevonden. In de iRARC-arm was dit mediaan 82 dagen (IQR 76-84) versus 80 dagen in de open-cystectomiearm (IQR 72-83), een verschil van 2,2 dagen (95%-BI 0,50-3,85; p = 0,01). Dit reflecteert een kortere verblijfsduur in het ziekenhuis van mediaan 7 dagen in de iRARC-arm (IQR 6-10) versus 8 dagen in de open-cystectomiearm (IQR 6-14), en minder heropnames (21,8 vs. 32,2%; p = 0,04). Het is niet duidelijk of dit verschil klinisch van belang is.
Wat betreft secundaire eindpunten waren er in de iRARC-arm minder transfusies, minder beperkingen, meer uithoudingsvermogen en schijnbaar ook een hogere kwaliteit van leven, geassocieerd met minder trombo-embolieën en wondcomplicaties. Er was geen verschil in totale overleving en in de kans op terugkeer van de ziekte.
Bron