Patiënten met hartfalen en een ijzertekort hebben hogere plasmaconcentraties van eiwitten die betrokken zijn bij kankergerelateerde signaalroutes, dan hartfalenpatiënten zonder ijzertekort. Dit is gevonden door artsen en onderzoekers uit onder meer het UMCG.
IJzertekort komt veel voor bij hartfalenpatiënten en gaat gepaard met een slechtere prognose. Het is echter grotendeels onbekend welke mechanismen ten grondslag liggen aan dit verband.
Uit het BIOSTAT-CHF-cohort zijn bijna 2000 patiënten met verslechterend hartfalen gerekruteerd. De patiënten waren voornamelijk mannen (74%) en die hadden een gemiddelde leeftijd van 69 jaar. De linkerventrikelejectiefractie was gemiddeld 31%. Bij 63% van de patiënten werd ijzertekort (transferrinesaturatie van < 20%) vastgesteld.
De biologische processen werden geïdentificeerd met behulp van de differentiële expressie van 368 plasma-eiwitten en de Kyoto Encyclopedia of Genes and Genomes (KEGG)-database. De analyses werden aangepast voor 13 mogelijke confounders, waaronder hemoglobine (Hb)-gehalte.
De plasmaconcentraties van 27 eiwitten waren hoger en van 3 eiwitten lager bij patiënten met ijzertekort dan bij patiënten zonder ijzertekort. De sterkst opwaarts gereguleerde eiwitten omvatten de transferrinereceptor, interleukine-6 (IL-6), fibroblastgroeifactor-23, (N-terminaal pro-)B-type natriuretisch peptide (NT-proBNP en BNP) en mucine-16.
Een nadere analyse toonde een interactie tussen een cytokine en de cytokinereceptor en de activatie van kankergerelateerde signaalroutes, waaronder PI3K-Akt-, MAPK-, Rap1- en Ras-signalering. Neerwaarts gereguleerde eiwitten omvatten het chemokine-ligand-17, paraoxonase-3 en de van bloedplaatjes afgeleide groeifactor-subeenheid B.
Bron: