Oritinib is veilig en geassocieerd met een objectieve respons van 60,4% en een progressievrije overleving van 12,6 maanden bij patiënten met gevorderd, EGFR-T790M-gemuteerd niet-kleincellig longcarcinoom die eerder behandeld waren met minimaal 1 EGFR-remmer.1
Oritinib is een derdegeneratie EGFR-remmer met activiteit tegen tumoren met een activerende EGFR- of EGFR-T790M-mutatie. In een fase II-studie werden de werkzaamheid en toxiciteit onderzocht van oritinib bij patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd, EGFR-T790M-gemuteerd niet-kleincellig longcarcinoom die eerder behandeld waren met minimaal 1 EGFR-remmer. De primaire uitkomstmaat was het objectieve responspercentage (ORR).
In totaal werden 227 patiënten met een mediane leeftijd van 62 jaar behandeld met oritinib. Van hen was 57,3% vrouw, had 87,2% een performancescore van 1, 35,2% hersenmetastasen en 74,4% had nooit gerookt. Naast de T790M-mutatie had 63,4% van de patiënten een deletie van EGFR exon 19, 30,4% de EGFR-L858R-mutatie en 6,2% een andere mutatie in EGFR. Van de patiënten was 24,7% eerder behandeld met chemotherapie.
Uit de resultaten bleek dat behandeling met oritinib geassocieerd was met een ORR van 60,4%, waarbij alle patiënten een partiële respons hadden. Daarnaast had 30% van de patiënten stabiele ziekte. De mediane progressievrije overleving was 12,6 maanden en de mediane responsduur 12,5 maanden.
De behandeling met oritinib was geassocieerd met bijwerking van graad 3 of hoger dan wel ernstige bijwerkingen bij respectievelijk 14,1 en 3,5% van de patiënten. Oritinib-gerelateerde bijwerkingen leidden tot onderbrekingen, dosisreducties of stopzetting van de behandeling bij respectievelijk 9,7, 1,3 en 1,8% van de patiënten. De meest voorkomende bijwerkingen van graad 3 of hoger waren een verhoogde waarde van creatine fosfokinase (4,0%), diarree (2,2%) en een verminderd lymfocytenaantal (1,8%).
Bron