Bij patiënten met irresectabel EGFR+ stadium III NSCLC die eerder werden behandeld met chemoradiotherapie leidt osimertinib tot een significante en klinisch-betekenisvolle verbetering van de progressievrije overleving (PFS) ten opzichte van placebo. Volgens de onderzoekers van de LAURA-studie maken de bevindingen osimertinib tot de nieuwe standaardbehandeling in deze setting.
De fase III-LAURA-studie randomiseerde 216 patiënten met inoperabel stadium III NSCLC die definitieve chemoradiatie hadden ondergaan, geen ziekteprogressie tijdens of na deze behandeling, en exon 19-deleties of L858R EGFR-mutaties hadden. Patiënten werden 2:1 gerandomiseerd naar osimertinib (n = 143) of placebo (n = 73) tot het optreden van ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.
Behandeling met osimertinib resulteerde in een significant PFS-voordeel in vergelijking met placebo. De mediane PFS met osimertinib en placebo was 39,1 versus 5,6 maanden (HR 0,16). Na 12 maanden was in beide armen nog 74 en 22% van de patiënten progressievrij. Na 24 maanden was dit respectievelijk 65 en 13%. Alle onderzochte subgroepen hadden voordeel van behandeling met osimertinib. Het objectieve responspercentage in de osimertinib- en placebogroep was 57 versus 33% en de duur van de respons was 36,9 versus 6,5 maanden. Ook waren er in de osimertinib-groep minder lokale recidieven en afstandsmetastasen. In totaal traden bij 22 versus 68% van de patiënten nieuwe laesies op. In de longen traden bij 6 versus 29% van de patiënten nieuwe laesies op en in de hersenen 8 versus 29%.
De totale overleving (OS) kon nog niet worden geanalyseerd vanwege het beperkte aantal sterfgevallen. De mediane OS was 54 maanden in de osimertinib-groep en nog niet bereikt in de placebogroep, maar daarbij moet worden opgemerkt dat 81% van de patiënten in de placebogroep was geswitcht naar osimertinib op het moment dat progressie optrad (HR 0,81).
Bijwerkingen van graad 3 of hoger traden op bij respectievelijk 35 en 12%, en behandelingsgerelateerde bijwerkingen bij 13 versus 3% van de patiënten.
De onderzoekers stellen dat de bevindingen ertoe moeten leiden dat alle patiënten met stadium III NSCLC getest worden op EGFR-mutaties.
Bron: