Bij patiënten met gevorderd, EGFR-positief NSCLC en MET-afwijkingen leidt de combinatie van de EGFR-remmer osimertinib en de MET-remmer savolitinib tot een hogere responskans dan alleen osimertinib. Dit blijkt uit de fase II FLOWERS-studie.
Bij niet eerder behandeld EGFR-positief, gevorderd NSCLC komt MET-amplificatie voor bij ongeveer 2 tot 5% van de patiënten en MET-overexpressie bij 11 tot 15% van de patiënten. Wanneer dit het geval is, leidt behandeling met een EGFR-TKI mogelijk tot suboptimale uitkomsten. Waarschijnlijk vormen afwijkingen in MET een belangrijk resistentiemechanisme tegen EGFR-TKI’s. Chinese onderzoekers onderzochten daarom de combinatie van een EGFR-TKI en een MET-remmer als eerstelijnsbehandeling voor EGFR-positieve patiënten met afwijkingen in MET.
Voor de studie werden 44 EGFR-positieve patiënten met MET-amplificatie of overexpressie gerandomiseerd naar monotherapie met osimertinib (n = 23) of osimertinib plus savolitinib (n = 21). Patiënten bij wie resistentie optrad tegen monotherapie met osimertinib konden switchen naar de andere onderzoeksarm. Het primaire eindpunt van de studie was de objectieve responskans (ORR).
De ORR was duidelijk verschillend in beide armen, met in de monotherapie-arm 60,9% ten opzichte van 90,5% in de arm met combinatiebehandeling. De disease control rate (DCR) was respectievelijk 87 en 95,2%. De mediane duur van de respons was 8,4 maanden met osimertinib-monotherapie en 18,6 maanden met osimertinib plus savolitinib. Data over de progressievrije overleving (PFS) waren nog niet geschikt voor analyse, maar de PFS op het moment van analyse was respectievelijk 9,3 versus 19,6 maanden.
Wel ging het combineren van de behandelingen gepaard met meer bijwerkingen van graad 3 of hoger. Dergelijke bijwerkingen traden op bij 8,7% in de osimertinib-groep en bij 57,1% in de combinatiegroep. Respectievelijk 0 en 23,8% van de patiënten stopten met de behandeling wegens bijwerkingen.
De onderzoekers concludeerden dat de onderzochte combinatiebehandeling potentie heeft om een nieuwe eerstelijnsbehandeling te worden bij deze groep patiënten.
Bron: