Palbociclib in combinatie met antihormonale therapie leidt, in vergelijking met standaardchemotherapie, tot betere behandeluitkomsten bij vrouwen met hoogrisico, hormoongevoelig, HER2-negatief, gemetastaseerd mammacarcinoom. Dit blijkt uit de fase III PADMA-studie.1
De PADMA-studie is de eerste fase III-studie waarin standaard monochemotherapie wordt vergeleken met antihormonale therapie in combinatie met een CDK4/6-remmer als eerstelijnstherapie bij hoogrisico, hormoonreceptorpositief, gemetastaseerd mammacarcinoom. De deelnemers aan de studie werden gerandomiseerd naar antihormonale therapie met een aromataseremmer of fulvestrant plus palbociclib, of monochemotherapie naar keuze van de behandelend arts (paclitaxel, capecitabine, epirubicine of vinorelbine), gevolgd door een onderhoudsbehandeling met antihormonale therapie (tamoxifen, een aromataseremmer of fulvestrant). Alle deelnemers waren niet eerder behandeld voor gemetastaseerde of gerecidiveerde ziekte. Het primaire eindpunt van de studie was de tijd tot het falen van de behandeling (TTF), bepaald vanaf het moment van randomisatie.
Na een mediane follow-up van 36,8 maanden was de mediane TTF significant langer in de palbociclib-groep dan in de chemotherapiegroep (17,2 vs. 6,1 maanden; HR 0,46, p = 0,0002). De progressievrije overleving was eveneens langer (18,7 vs. 7,8 maanden; HR 0,45), net als de tijd tot de volgende behandeling (19,9 vs. 8,0 maanden; HR 0,52). De mediane algehele overleving was numeriek langer, maar dit verschil was niet significant (46,1 vs. 36,8 maanden).
Wat betreft bijwerkingen kwamen hematologische bijwerkingen vaker op in de palbociclib-groep (96,8% vs. 58,6%), terwijl de niet-hematologische toxiciteit relatief vergelijkbaar was. 1 patiënt in de palbociclib-groep overleed als gevolg van een septische shock.
De onderzoekers concluderen dat deze bevindingen de toepassing ondersteunen van antihormonale therapie in combinatie met een CDK4/6-remmer als eerstelijnsbehandeling voor patiënten met hormoongevoelig, HER2-negatief, gemetastaseerd mammacarcinoom.
Bron: