Een plantaardige oplossing zou het veld van alopecia areata weleens flink kunnen opschudden in de komende jaren. In een fase II/III-studie laat het middel coacillium goede effecten én aanhoudend resultaat zien.1
De auto-immuunziekte alopecia areata (AA) begint met haaruitval en kent daarna meestal een chronisch recidiverend verloop. Dat komt doordat cytotoxische T-lymfocyten naar peri- en intrafolliculaire gebieden worden gebracht, voornamelijk gemedieerd door adhesiemoleculen die tot expressie komen in geactiveerde endotheelcellen. In Nederland zijn sinds kort 2 JAK-remmers beschikbaar – maar nog niet vergoed – als behandeling voor patiënten ≥ 12 jaar (ritlecitinib) en ≥ 18 jaar (baricitinib) met ernstige AA (SALT-score van > 50).
Niet voor iedereen
Voor patiënten met matige AA, en jonge kinderen, is er nog geen behandeling. Terwijl vroegtijdig ingrijpen na de eerste presentatie mogelijk progressie of een chronisch beloop kan voorkomen. Daarnaast, zo stellen de onderzoekers in hun abstract, leidt stoppen met JAK-remmers tot een terugval in de ziekte.
Krachtige planten
In de gerandomiseerde, dubbelblinde multicenter fase II/III-studie RAAINBOW is gekeken naar de effectiviteit en veiligheid van topicaal coacillium. Dit is een natuurlijk geneesmiddel op basis van 4 planten: Allium cepa, Citrus limon, Theobroma cacao en Paullinia cupana. Het is aangetoond dat de verschillende bestanddelen positief werken op zowel de cycli van de haarfollikel als de activering van de endotheelcellen. Het middel is getest bij patiënten van 2 tot 18 jaar met een SALT-score van 25-50 en 50-95 (matige tot ernstige AA). Zij kregen tweemaal daags topicaal coacillium in een oplossing van 22,25% via een spray (n = 42) of placebo (n = 20, 2:1).
Verandering in SALT-score
De behandelperiode van 24 weken werd gevolgd door een behandelvrije periode van 24 weken om een terugval na het staken van de behandeling te beoordelen. De primaire uitkomstmaat was de relatieve verandering in SALT-score van baseline tot week 24. Na 24 weken behandeling was de gemiddelde verandering in de SALT-score in de coacillium-groep +22,87%, tegenover -8,00% in de placebogroep. Na het stoppen van de behandeling bleef de SALT-score van de met coacillium behandelde proefpersonen verbeteren, van 43,6 naar 29,0. Op week 48 bereikte 47% van de met coacillium behandelde patiënten een SALT-score ≤ 20, tegenover 9,1% voor placebo (p = 0,0031). De bijwerkingen waren lokaal en voorbijgaand van aard.
Bron: