Na een behandelduur van meer dan een jaar met levodopa-carbidopa intestinale gel (LCIG) ervaarden de meeste parkinsonpatiënten dat hun symptomen verbeterd of onveranderd waren, ondanks de natuurlijke progressie van de ziekte. Dit is gevonden in een subanalyse van de COSMOS-studie.
Tot nu toe waren er weinig gegevens over de respons van individuele symptomen op behandeling met LCIG. COSMOS is een retrospectieve, transversale, postmarketing observationele studie die is uitgevoerd in meerdere landen, waaronder Nederland. In de studie worden patiënten met gevorderde parkinson gevolgd middels een enkel studiebezoek dat minstens een jaar na het starten van de LCIG plaatsvindt en middels retrospectieve evaluatie van de medische dossiers.
In de huidige subanalyse werd de invloed van LCIG op parkinsonsymptomen beoordeeld bij 409 patiënten. De meesten meldden dat hun symptomen waren verbeterd of niet veranderd door het LCIG-gebruik. In vergelijking met de patiënten die een verergering van de symptomen ervaarden, waren deze patiënten gemiddeld genomen jonger. Verder hadden zij een kortere ziekteduur, ervaarden zij na de LCIG-toediening grotere verbeteringen in de off-tijd en grotere verbeteringen van de ernst van de dyskinesie.
Het percentage patiënten die zorgvoorzieningen gebruikten, was over het algemeen in lijn met de progressie van motorische symptomen. Patiënten met evenwichtsproblemen, freezing van het looppatroon of een loopstoornis ten tijde van het studiebezoek maakten het vaakst gebruik van zorgvoorzieningen. De behandeling met LCIG kan dus helpen om de symptomen waarvoor patiënten zorgvoorzieningen gebruiken, onder controle te houden.
De bijwerkingen waren vergelijkbaar met de bijwerkingen die waren gerapporteerd in andere LCIG-studies.
Bron