In een internationale studie, de grootste naar gentherapie voor een hematologische aandoening tot nu toe, konden patiënten met bètathalassemie-major na ontvangst van een enkele infusie gentherapie met betibeglogene autotemcel (beti-cel) een mediane 32 maanden zonder transfusie.
In de studie ondergingen patiënten met bètathalassemie-major een monotherapie bestaande uit farmacokinetisch aangepaste busulfan-myeloablatie en een infusie van autologe CD34+-cellen die met een BB305-lentivirale vector waren getransduceerd.
In totaal werden 63 patiënten behandeld met beti-cel in 2 voltooide fase I/II-studies (HGB-204, HGB-205) en 2 lopende fase III-studies (HGB-207, HGB-212). Na 2 jaar follow-up konden patiënten zich aanmelden voor een vervolgstudie (LTF-303), waarbij ze gedurende maximaal 13 jaar werden gevolgd. Inmiddels zijn de resultaten van LTF-303 tot 7 jaar follow-up bekend.
Na een mediane follow-up van 44 maanden waren 40 patiënten (78%) transfusie-onafhankelijk, wat in het onderzoek is gedefinieerd als het ten minste een jaar niet nodig hebben van een transfusie van rode bloedcellen, met tegelijkertijd een veilig hemoglobinegehalte.
Acht patiënten ondervonden ernstige bijwerkingen tijdens de follow-upstudie. Er werden echter geen bijwerkingen gemeld die verband hielden met de genetische modificatie van de stamcellen van de patiënten in de twee jaar na de behandeling. Een transplantatie van gezonde stamcellen van een gematchte broer- of zusdonor blijft vooralsnog de standaardbehandeling voor bètathalassemie-major, aldus de onderzoekers. Gentherapie kan echter een goede nieuwe behandelingsoptie zijn voor patiënten die geen gematchte broer of zus hebben.
Referentie
Thompson AA, et al. Restoring iron homeostasis in pts who achieved transfusion independence after treatment with betibeglogene autotemcel gene therapy: results from up to 7 years of follow-up. ASH Annual Meeting & Exhibition 2021, abstract 573.