Uit de resultaten van een fase IIa-studie blijkt dat behandeling met het PD-1-stimulerende antilichaam peresolimab versus placebo veilig is en na 12 weken is geassocieerd met een significant betere DAS28-CRP en een hogere score op de CDAI bij eerder behandelde patiënten met actieve reumatoïde artritis.1
Peresolimab is een gehumaniseerd monoklonaal antilichaam dat de immuuncheckpointreceptor PD-1 stimuleert en zo de potentie heeft om immuunresponsen te remmen en de homeostase te herstellen. In een placebogecontroleerde, dubbelblinde, gerandomiseerde fase IIa-studie worden de werkzaamheid en veiligheid onderzocht van peresolimab bij volwassenen met matig tot ernstig actieve reumatoïde artritis (RA) die onvoldoende reageerden op conventionele, biologische of synthetische disease-modifying anti-rheumatic drugs (DMARD’s) of deze niet verdroegen.
Hiertoe werden de patiënten 2:1:1 gerandomiseerd naar elke 4 weken 700 of 300 mg peresolimab dan wel placebo. De primaire uitkomstmaat was verandering in de Disease Activity Score in 28 joints using C-reactive protein (DAS28-CRP) tussen baseline en week 12.
Uit de resultaten blijkt dat zowel 700 mg (n = 49) als 300 mg peresolimab (n = 25) vergeleken met placebo (n = 24) geassocieerd was met een significant verbeterde DAS28-CRP na 12 weken (700 mg vs. placebo: p < 0,001; 300 mg vs. placebo: p < 0,05). Daarnaast waren beide doseringen van peresolimab versus placebo geassocieerd met een significant betere score op de Clinical Disease Activity Index (CDAI). Het voordeel van peresolimab op de DAS28-CRP en de CDAI werd gezien bij zowel patiënten die eerder met een biologische of synthetische DMARD behandeld waren als bij patiënten bij wie dat niet het geval was.
Beide doseringen van peresolimab werden goed verdragen en waren vergeleken met placebo niet geassocieerd met een toename in toxiciteit. Bij 28,6, 32,0 en 37,5% van de patiënten die waren behandeld met respectievelijk 700 mg peresolimab, 300 mg peresolimab of placebo werd tussen baseline en week 12 minimaal 1 bijwerking geconstateerd. In deze periode werd de behandeling wegens bijwerkingen gestopt bij respectievelijk 0, 1 en 1 patiënt.
Bron: