Postoperatief atriumfibrilleren (AF) is de meest voorkomende complicatie na hartchirurgie en gaat gepaard met een langdurige opname en een toegenomen risico op complicaties, waaronder beroerte en overlijden. Een posterieure linker pericardiotomie resulteert in een significant afgenomen incidentie van postoperatief AF na hartchirurgie. De resultaten staan ook in The Lancet.
Pericardiale effusie en het achterblijven van stolsels in het pericard kunnen postoperatief AF veroorzaken. Bij een posterieure linker pericardiotomie vindt een drainage van de pericardiale ruimte in de linkerpleuraholte plaats. De gedachte is dat posterieure linker pericardiotomie de incidentie van postoperatief AF kan verminderen. Dit was echter nog niet formeel onderzocht.
Patiënten kwamen in aanmerking voor deelname aan deze studie, wanneer ze geen voorgeschiedenis hadden van AF of andere aritmieën of geen contra-indicaties voor de experimentele interventie. Van de circa 3600 gescreende patiënten werden 420 mensen die een electieve hartchirurgie ondergingen (318 mannen; mediane CHA2DS2VASc-score van 2,0), willekeurig toegewezen aan posterieure linker pericardiotomie of geen interventie. De patiënten in beide groepen kregen routinematige profylaxe tegen postoperatief AF.
Het primaire eindpunt was postoperatief AF, beoordeeld door continue hartritmemonitoring gedurende de gehele postoperatieve opname. De incidentie van postoperatief AF was significant lager in de interventie- dan in de controlegroep (17 vs. 32%; oddsratio gecorrigeerd voor de stratificatievariabele 0,44; p = 0,0007).De cumulatieve duur van het postoperatief AF was korter in de interventie- dan in de controlegroep (52,6 vs. 99,0 dagen). Twee patiënten (1%) in de interventiegroep en één patiënt (< 1%) in de controlegroep overleden binnen 30 dagen na ontslag uit het ziekenhuis.
Postoperatieve ernstige adverse events traden op bij 6 patiënten (3%) in de interventiegroep en bij 4 patiënten (2%) in de controlegroep. De incidentie van pericardiale effusie was ook lager in de interventie- dan in de controlegroep (12 vs. 21%; relatief risico 0,58). Er werden geen aan de pericardiotomie gerelateerde complicaties gerapporteerd.
Bronnen: