Cabozantinib-monotherapie resulteerde in een significante en klinisch relevante verlenging van de progressievrije overleving (PFS) bij patiënten met gemetastaseerd papillair niercelcarcinoom (pRCC) in vergelijking met sunitinib. Deze gegevens van de gerandomiseerde fase II SWOG 1500-studie ondersteunen volgens de onderzoekers de conclusie dat cabozantinib een referentiestandaard kan zijn voor geschikte patiënten met gemetastaseerd pRCC.
MET-signalering is een belangrijke moleculaire driver die ten grondslag ligt aan pRCC. Aangezien er geen optimale behandeling is voor gemetastaseerd pRCC, is in deze fase II-studie een bestaande standaardbehandeling (sunitinib) vergeleken met enkele MET-kinaseremmers.
Er werden 152 patiënten gerekruteerd; vijf personen kwamen niet in aanmerking voor deelname. De mediane leeftijd was 66 jaar en 76% was man. Ze mochten één eerdere systemische therapie met uitzondering van VEGF-gerichte middelen gekregen hebben, maar verreweg de meesten (92%) hadden geen eerdere behandeling gehad.
Bij lokale pathologische beoordeling werden de volgende histologische subtypen vastgesteld: type I-pRCC bij 18% van de patiënten, type II bij 54% en niet nader gespecificeerd (NOS) bij 28%. Bij centrale beoordeling werd een andere frequentie van deze subtypen gevonden: type I bij 30%, type II bij 45% en NOS bij 25%.
Een vooraf geplande futiliteitsanalyse werd uitgevoerd nadat 50% van de PFS-events was opgetreden. De opbouw naar de savolitinib- en crizotinib-groepen werd vroegtijdig stopgezet wegens futiliteit (hazard ratio voor de PFS van > 1,0 voor beide groepen). De opbouw van de sunitinib- en cabozantinib-groepen werd verder voltooid.
De mediane PFS was significant hoger bij behandeling met cabozantinib dan met sunitinib (tabel).
Tabel. Mediane PFS in de vier behandelgroepen van de fase II SWOG 1500-studie (Cox-model, aangepast voor stratificatiefactoren).
Behandelgroepen | Mediane PFS (maanden) | HR voor PFS | Eenzijdige p-waarde |
sunitinib
cabozantinib savolitinib crizotinib |
5,6
9,2 3,0 2,8 |
referentie
0,61 1,25 1,14 |
N.A.
0,021 0,81 0,69 |
Graad 3- of 4-adverse events (AE’s) traden op bij 69% van de patiënten in de sunitinib-groep, bij 72% in de cabozantinib-groep, bij 37% in de crizotinib-groep en bij 39% in de savolitinib-groep. Eén graad 5-AE trad op bij behandeling met cabozantinib.
Bron:
Pal SK, et al. Sunitinib versus cabozantinib, crizotinib or savolitinib in metastatic papillary renal cell carcinoma (pRCC): Results from the randomized phase II SWOG 1500 study. J Clin Oncol. 2021;39(suppl 6; abstr 270). https://meetinglibrary.asco.org/record/194691/abstract