Polyfarmacie bij reumatoïde artritis (RA) kan leiden tot een verhoogde ziekteactiviteit, slechtere behandelrespons en een hoger risico op ernstige bijwerkingen. Dat concluderen Franse onderzoekers op basis van een analyse van gegevens van het ESPOIR-cohort.
De laatste jaren neemt polyfarmacie toe bij patiënten met RA. Dat komt door de ouder wordende populatie, een toename van comorbiditeit en herziene richtlijnen.1-3 Zo hebben patiënten een verhoogd risico op cardiovasculaire aandoeningen, kanker, depressie, osteoporose of een infectie.4 Dit kan leiden tot een slechtere behandelrespons op de RA-medicatie.
Behandelrespons
Franse onderzoekers hebben gekeken of er een link is tussen polyfarmacie en behandelrespons op een jaar na de start met de eerste DMARD. Secundaire uitkomstmaten zijn de associatie tussen polyfarmacie en behandelrespons op vijf en tien jaar, het verband tussen polyfarmacie en het optreden van bijwerkingen, en de relatie tussen polyfarmacie en comorbiditeitsindexen.
De onderzoekers includeerden 813 patiënten met RA in een vroeg stadium uit de Franse ESPOIR-cohort en verzamelden data over alle medicamenteuze behandelingen (exclusief medicatie voor RA, analgetica/NSAID’s en topische behandelingen) vanaf de start met de eerste DMARD tot vijf jaar later.
Slechter af
Een jaar na de start behaalt 32,1% van de patiënten remissie in de groep met polyfarmacie, tegenover 67,9% in de groep zonder polyfarmacie (p = 0,07). Vijf jaar na de eerste DMARD zijn die percentages respectievelijk 45 en 56,3 (p = 0,03). En na tien jaar zijn de percentages 32,5 tegenover 67,5 (p = 0,06). Hoewel de groep met polyfarmacie meer ernstige bijwerkingen ervaart, is hiervoor geen statistische correlatie aan te tonen. Wel is er een sterke link tussen polyfarmacie en de last van comorbiditeit.
Literatuur:
- Filkova M, et al. J Rheumatol. 2017;44:1786-1793.
- Ma SN, et al. Ther Clin Risk Manag. 2019;15: 505-524.
- Bechman K, et al. Rheumatology. 2019;58:1767-1776.
- Dougados M, et al. Ann Rheum Dis. 2014;73:62-68.
Bron: