Posttransplantatie cyclofosfamide kan cardiale toxiciteit opleveren

Delen via:
EBMT 2022

Een Spaans onderzoek naar risicofactoren voor het optreden van vroege cardiale toxiciteit vond dat posttransplantatie cyclofosfamide als GVHD-profylaxe gepaard ging met een verhoogd risico op hartaandoeningen. Ook een voorgeschiedenis met hartziekte was een risicofactor.

Over het effect van posttransplantatie cyclofosfamide op cardiale toxiciteit is nog niet veel bekend. Wel is duidelijk dat een hoge dosis cyclofosfamide hiermee gepaard kan gaan. De onderzoekers keken daarom naar de incidentie van cardiale toxiciteit bij patiënten die een allogene hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT) kregen, en gingen na wat de risicofactoren hiervoor waren.

Aan de single-center studie namen 334 patiënten deel waarvan er 204 (61,1%) werden behandeld met posttransplantatie cyclofosfamide. Er werd gekeken naar het optreden van cardiale toxiciteit zoals hartritmestoornissen, hartfalen, pericarditis en acuut coronair syndroom. Vroege cardiale toxiciteit was gedefinieerd als optredend binnen 6 maanden na de HSCT.

Op dag 180 was de cumulatieve incidentie van vroege cardiotoxiciteit 7,8%. Er was met name sprake van hartfalen (3,73%) en hartritmestoornissen (1,86%). Bij patiënten behandeld met en zonder posttransplantatie cyclofosfamide was de incidentie van vroege cardiale toxiciteit op dag 180 respectievelijk 10,3 vs. 3,8%; p = 0,03). De hazard ratio van posttransplantatie cyclofosfamide was 2,75. Ook een voorgeschiedenis van hartziekte (HR 3,08) was een significante risicofactor.

Verder bleek de endotheliale activatie- en stressindex (EASIX) het optreden van vroege cardiale toxiciteit te kunnen voorspellen. Deze maat kan worden bepaald met behulp van bloedonderzoek voorafgaand aan de transplantatie. De onderzoekers concluderen dat de EASIX potentieel kan worden gebruikt bij patiënten met een verhoogd risico op cardiale toxiciteit vroegtijdig te identificeren (abstract #OS05-01).

De organisatie van de European Society for Blood and Marrow Transplantation (EBMT) hoopte haar bijeenkomst hybride te organiseren in Praag. Vanwege de oorlog in Oekraïne heeft Praag moeten besluiten haar deuren gesloten te houden. De virtuele dagen (19 tm 23 maart) brachten desalniettemin een veelheid aan interessante presentaties, waarvoor u een selectie bieden.  Lees ook de andere artikelen van de EBMT 2022:

Prof. Marie-José Kersten over de ATALANTA-1-studie

jan 2025

Lees meer over Prof. Marie-José Kersten over de ATALANTA-1-studie

Prof. Arnon Kater over de AMPLIFY-studie

jan 2025

Lees meer over Prof. Arnon Kater over de AMPLIFY-studie

Prof. Arnon Kater over de HOVON 140-studie

jan 2025

Lees meer over Prof. Arnon Kater over de HOVON 140-studie

Prof. Arnon Kater over de EPCORE CLL-1-studie

jan 2025

Lees meer over Prof. Arnon Kater over de EPCORE CLL-1-studie

Dr. Stijn Halkes over eltrombopag bij aplastische anemie

jan 2025

Lees meer over Dr. Stijn Halkes over eltrombopag bij aplastische anemie

Dr. Stijn Halkes over CHIP-mutaties bij aplastische anemie

jan 2025

Lees meer over Dr. Stijn Halkes over CHIP-mutaties bij aplastische anemie

Dr. Cathelijne Fokkema over circulerende plasmacellen in de PERSEUS-studie

jan 2025

Lees meer over Dr. Cathelijne Fokkema over circulerende plasmacellen in de PERSEUS-studie

Dr. Jeanette Doorduijn over de rol van rituximab-onderhoudsbehandeling in de HOVON 133-studie

jan 2025

Lees meer over Dr. Jeanette Doorduijn over de rol van rituximab-onderhoudsbehandeling in de HOVON 133-studie

Dr. Jeanette Doorduijn over mantelcellymfomen in de HOVON 133-studie

jan 2025

Lees meer over Dr. Jeanette Doorduijn over mantelcellymfomen in de HOVON 133-studie