Jonge vrouwen met mutaties in BRCA1 of BRCA2 kunnen voortaan beter worden voorgelicht over de voordelen van preventieve verwijdering van borsten of eierstokken. Een internationale cohortstudie laat zien dat de operaties het risico op overlijden reduceren met respectievelijk 35% en 42%.1
Er waren tot nu toe nog geen studies waarin specifiek was gekeken naar het effect van risicoreducerende mastectomieën (RRM) en risicoreducerende salpingo-oöforectomieën (RRSO) bij jonge borstkankerpatiënten met een BRCA-mutatie. Onderzoekers die samenwerkten in de BRCA BCY Collaboration hebben daarom een internationale retrospectieve cohortstudie opgezet om de effecten van de operaties in deze groep te onderzoeken. Ze verzamelden data van 5.290 vrouwen van 40 jaar of jonger uit 109 centra in 33 landen. Alle vrouwen hadden een (likely) pathogene mutatie in BRCA1 of –2 en waren gediagnosticeerd met stadium I-III mammacarcinoom.
De onderzoekers vonden dat RRM het risico op overlijden na een mediane follow-up van 5,1 jaar met 35% verminderde. Ook ging RRM gepaard met een beter borstkankervrij interval (adjusted HR (aHR) 0,55) en ziektevrije overleving (aHR 0,58). Dit effect was consistent, ongeacht de specifieke BRCA-mutatie, de leeftijd bij de diagnose of tumorkenmerken. RRSO verminderde na een mediane follow-up van 4,9 jaar het sterfterisico met 42%, met een sterker effect bij BRCA1-dragers (aHR 0,44) dan bij BRCA2-dragers (aHR 0,85). Ook was er een betere ziektevrije overleving (aHR 0,68) en langer borstkankervrij interval (aHR 0,65).
De onderzoekers hopen dat de bevindingen bijdragen aan het verbeteren van de counseling voor jonge vrouwen met een BRCA-mutatie. Ze benadrukken daarbij dat dit specifiek geldt voor jonge borstkankerpatiënten met BRCA-mutaties en dat de bevindingen niet bruikbaar zijn bij de counseling van andere groepen borstkankerpatiënten.
Bron: