Een nieuw systeem voor de behandeling van geografische atrofie bestaat uit een bril met een camera die infrarode beelden projecteert op een onder de macula geïmplanteerde lichtgevoelige microchip. Nieuwe onderzoeksresultaten van het PRIMA-systeem laten zien dat dit de gezichtsscherpte kan verbeteren van patiënten met geografische atrofie.
Het PRIMA-systeem bestaat uit een bril met een camera die beelden verstuurt naar een zakformaat computer. De zogenoemde ‘pocket processor’ stuurt vervolgens een beeld terug naar de bril die het via infrarood licht projecteert op een onder de retina geïmplanteerde microchip van 2 x 2 mm en 30 µm dik. Deze chip ‘vertaalt’ het beeld vervolgens naar elektrische signalen die de onderliggende zenuwcellen exciteren. Nadat in 2 eerdere feasability studies veelbelovende resultaten werden gezien, werd het systeem verder onderzocht in de PRIMAvera-studie, waarvan de eerste resultaten tijdens EURETINA werden gepresenteerd.
De PRIMAvera-studie was een niet-gerandomiseerde, open-label studie met 38 patiënten van 60 jaar of ouder met geografische atrofie (GA). Zij hadden GA waarbij de fovea was aangedaan en scotomen van minimaal 4,5 mm2. De logMAR was 1,2 (20/320) of slechter en de gemiddelde atrofiegrootte was 24,7 mm2. De primaire eindpunten waren de gezichtsscherpte, de kwaliteit van leven en de centrale visuele perceptie.
De gezichtsscherpte was aanzienlijk beter als het systeem aanstond, met een gemiddelde gezichtsscherpte van 1 en 0,9 na 6 en 12 maanden vergeleken met 1,4 als het apparaat uitstond. Verder was er een gemiddelde verbetering van 23 letters op de EDTRS-visuskaart. Na 12 maanden had 78% van de patiënten een verbetering van minimaal 15 letters. Tegelijkertijd was er geen nadelig effect op het gezichtsvermogen rondom de microchip.
De meest voorkomende bijwerkingen waren gerelateerd aan de procedure, zoals een retinascheur (n = 8). Deze werden in bijna alle gevallen succesvol behandeld.
Bron: