MS heeft een prodromale fase van tussen de 5 en 10 jaar voorafgaand aan de herkenning van de eerste klinische symptomen. Er zijn heel veel prodromale symptomen die kunnen wijzen op MS, maar geen enkele ervan is specifiek voor deze aandoening. Dit zei prof. dr. Helen Tremlett (University of British Columbia, Canada) in haar lezing tijdens de inleidende plenaire sessie van het virtuele ECTRIMS-congres.
Prof. dr. Tremlett zei dat nog maar 20 jaar geleden het bestaan van een prodromale fase van MS ontkend werd.1 Ze liet veel onderzoeken de revue passeren die wat haar betreft ruim voldoende bewijs hebben geleverd voor een prodromale fase bij MS van tussen de 5 en 10 jaar voor de eerste demyeliniserende gebeurtenis. Ze weet uit eigen ervaring dat veel MS-patiënten in de jaren voor de diagnose uiteenlopende gezondheidsklachten zeggen te hebben. Eigen recent gecontroleerd onderzoek bij bijna 14.000 MS-patiënten bevestigde dit.2 In de 5 jaar voor de eerste demyeliniserende gebeurtenis nam het percentage ziekenhuisopnames toe met 75% en het aantal keren dat een beroep op een arts werd gedaan met 88%. Sommige uitkomsten waren onverwacht, bijvoorbeeld dat ook het aantal consulten bij de dermatoloog toenam, evenals het aantal recepten voor huidaandoeningen.
Prof. Tremlett benadrukte dat een overvloed aan symptomen is gelinkt aan de prodromale fase van MS: angststoornissen, depressie, stemmingswisselingen, prikkelbaredarmsyndroom, blaasklachten, anemie, hoofdpijn, migraine, slaapklachten, fibromyalgie en cognitieve klachten. Er zijn aanwijzingen voor verbanden tussen bepaalde aspecten van de prodromale fase enerzijds en geslacht, leeftijd en verloop van de MS anderzijds. Zo hebben patiënten met relapsing remitting MS (RRMS) in de prodromale fase vaker huidgerelateerde klachten dan patiënten met primair progressieve MS (PPMS). Ook zijn er in de prodromale fase veranderingen in gedrag en leefstijl geobserveerd; met name in het jaar voorafgaand aan de diagnose waren er bijvoorbeeld minder zwangerschappen.2
Prof. Tremlett is van mening dat er gestreefd moet worden naar het ontwikkelen van een risicoscore voor prodromale MS, mede aan de hand van biomarkers zoals neurofilament-light (NfL) en beeldvormende technieken. Een voldoende hoge score zou dan kunnen resulteren in opname in een trial die neuroprotectie als doel heeft. Uiteindelijk zal een betere herkenning van de prodromale fase bij MS volgens prof. Tremlett hopelijk leiden tot vroegere herkenning en verbreding van de ‘window of opportunity’ voor effectieve behandeling van MS.
Bronnen:
1. Tremlett H. The MS Prodrome. MSVIRTUAL2020, PL01.01.
2. Wijnands JA, et al. Five years before multiple sclerosis onset: Phenotyping the prodrome. Mult Scler. 2019;25(8):1092-101.