Een recente patiëntenserie toont dat de internationale classificatie uit 1997 nog steeds goed onderscheid maakt tussen patiënten met gemetastaseerd seminoom met een gunstig en met een intermediair risico. Wel zijn in beide groepen de overlevingskansen aanzienlijk verbeterd. Aan de hand van de LDH-spiegel met een afkapwaarde van 2,5 × ULN kan deze classificatie verder verfijnd worden.
In de oorspronkelijke classificatie van de International Germ Cell Cancer Collaborative Group (IGCCCG) die verscheen in 1997, was de aanwezigheid van extrapulmonale viscerale metastasen de enige negatieve prognostische factor bij gevorderd seminoom. Gezien de huidige behandelopties en aanvullende prognostische factoren kunnen de uitkomsten verbeterd zijn.
Recente patiëntenserie
Om de oorspronkelijke IGCCCG-classificatie bij te werken, heeft een internationaal consortium van dertig centra de gegevens verstrekt van 2458 patiënten met gevorderd seminoom die tussen 1990 en 2015 zijn behandeld met eerstelijns cisplatine- en etoposide-bevattende chemotherapie.
In vergelijking met de benchmarks van de IGCCCG uit 1997 nam de vijfjaars progressievrije overleving (PFS) toe tot 88,7% bij patiënten met een gunstig risico en met 78,4% bij degenen met een intermediair risico. De vijfjaars algehele overleving (OS) was respectievelijk 95,4 en 87,2%.
Waarde van LDH-spiegel
Bij nadere analyse bleek de LDH-spiegel met een afkapwaarde van 2,5 × ULN de meest significante prognostische factor bij patiënten met een gunstig risico. De vijfjaars-PFS was 92,1% in de subgroep met een lage LDH-spiegel en 79,2% in de subgroep met een hoge LDH-spiegel (hazardratio 2,90; p < 0,0001).
Patiënten met een gunstig risico en een LDH-spiegel boven 2,5 × ULN (313 van 1411 patiënten) hadden vergelijkbare uitkomsten als degenen met een intermediair risico. De hCG-spiegel had geen onafhankelijke prognostische waarde.
Op grond van een LDH-spiegel met een afkapwaarde van 2,5 × ULN kunnen mannen met seminoma met een intermediair risico, maar zonder extrapulmonale viscerale metastasen, geïdentificeerd worden. Deze verfijning is relevant voor het verbeteren van de seminoomzorg.
Bron:
Beyer J, Collette L, Daugaard G, et al. Prognostic factors in advanced seminoma: An analysis from the IGCCCG Update Consortium. ASCO-GU 2020 meeting, abstract 386. https://meetinglibrary.asco.org/record/183212/abstract