Bij patiënten die vitreoretinale procedures hebben ondergaan, kunnen factoren zoals de leeftijd van de patiënt, baseline lensondoorzichtigheid en de complexiteit van de uitgevoerde procedure, de progressie van cataracten beïnvloeden.
Couturier et al. voerden een literatuurreview uit om de last van postvitrectomiecataracten in kaart te brengen en inzichten te verzamelen over de vraag in welke gevallen facovitrectomie voordeel zou kunnen bieden aan patiënten. Zij deden dit aan de hand van publicaties op PubMed die tussen januari 2000 en september 2021 verschenen waren naar volwassen patiënten die vitreoretinale ingrepen ondergingen zonder beperking of cataractstatus ten tijde van de procedure.
In totaal werden 15 studies geïdentificeerd waaronder 12 observationele studies, 1 gerandomiseerde gecontroleerde studie (RCT), 1 RCT post-hoc analyse en 1 richtlijn. De bevindingen waren onder meer dat vitrectomie oxidatieve schade aan de lenseiwitten kan induceren, waardoor nucleaire sclerose en een toegenomen lensgroei ontstaan. Chirurgisch ingrijpen vanwege cataract komt veel voor binnen 2 jaar na vitrectomie; de gemiddelde tijd tussen de procedures was 8,1 tot 18,8 maanden (mediane tijd 9,4 tot 11,5 maanden). Van de ruim 2800 ogen die een eerste pars plana vitrectomie (PPV) zonder eerdere cataractchirurgie of facovitrectomie hadden ondergaan, bedroeg de cumulatieve post-PPV cataractchirurgie na 5 jaar 86%. “De ideale kandidaat voor simultane vitrectomie en cataractchirurgie om verdere progressie van cataracten en aanvullende chirurgie te voorkomen, zou wel eens de patiënt van 50 jaar en ouder met bestaande nucleaire sclerotische cataracten kunnen zijn”, zo stelden de onderzoekers.
Bron:
Couturier A, Woodard L, Hsiao C, et al. Cataract formation and progression after vitrectomy surgery: a targeted literature review. EURETINA Congress 2023, abstract 4437.