Radiologisch geïsoleerd syndroom en het risico op ontwikkeling van MS

Delen via:
ECTRIMS 2023

Er bestaan steeds meer aanwijzingen voor het bestaan van een prodromale fase bij MS. MRI-scans kunnen helpen om deze fase vast te stellen, zoals resultaten die duiden op een radiologisch geïsoleerd syndroom. Christine Lebrun-Frenay besprak studies over het risico dat dit syndroom overgaat in MS, en het effect van DMT’s op dit risico. 

Lebrun-Frenay begon haar lezing met een casus van een jonge vrouw die het ziekenhuis bezocht vanwege craniaal trauma. Zij had een blanco medische voorgeschiedenis en de uitkomsten van neurologisch onderzoek waren normaal. T2-gewogen MRI-scans toonden enkele laesies die MS suggereerden. Deze laesies voldeden aan de criteria uit 2005 voor disseminatie in plaats (DIS) en tijd (DIT). Toch had zij geen symptomen. 

De vrouw voldeed aan de diagnostische criteria van radiologisch geïsoleerd syndroom, zoals opgesteld in 2009 door Okuda et al. De vraag is of zij een vergrote kans had op de ontwikkeling van MS. Het antwoord: ja. Uit een retrospectieve cohortstudie (RISC) onder meer dan 200 mensen met RIS bleek dat na 5 jaar 35% van hen relapsing remitting of een progressieve vorm van MS had. Na 10 jaar was dit iets meer dan de helft. Nader onderzoek toonde de volgende specifiekere risicofactoren in mensen met RIS: leeftijd < 37 jaar, aanwezigheid van oligoklonale banden in liquor, aanwezigheid van infratentoriële laesies en laesies in het ruggenmerg op de baselinescan en aanwezigheid van gadolinium-aankleurende laesies op de baselinescan of enige follow-upscan

2 verschillende gerandomiseerde placebogecontroleerde klinische trials lieten zien dat wanneer mensen met RIS worden behandeld met DMT’s, zij een veel kleinere kans hebben op ontwikkeling van een klinische gebeurtenis door demyelinisatie in het centraal zenuwstelsel. In vergelijking met placebo verlaagde dimethylfumaraat het risico met 80% en teriflunomide met 63%. Deze resultaten sterken Lebrun-Frenay in de overtuiging dat vroege behandeling van MS van vitaal belang is. 

Bron:

Lebrun-Frenay C. Can we reduce the risk of MS conversion? Radiologically Isolated syndrome. ECTRIMS 2023, abstract O145/4029.

Bloedverdunners verminderen cognitieve achteruitgang bij AF niet

dec 2024 | Neuro-vasculair, Ritmestoornissen

Lees meer over Bloedverdunners verminderen cognitieve achteruitgang bij AF niet

Hoeveelheid reticulaire pseudodrusen gerelateerd aan risico op een beroerte

sep 2024 | Myocardinfarct, Netvliesafwijkingen, Neuro-vasculair

Lees meer over Hoeveelheid reticulaire pseudodrusen gerelateerd aan risico op een beroerte

Veranderingen in korteketenvetzuren hangen samen met ziekteprogressie bij patiënten met MS

sep 2024 | Multipele Sclerose

Lees meer over Veranderingen in korteketenvetzuren hangen samen met ziekteprogressie bij patiënten met MS

De effectiviteit, veiligheid en belasting van behandeling met cladribine-tabletten

sep 2024 | Multipele Sclerose

Lees meer over De effectiviteit, veiligheid en belasting van behandeling met cladribine-tabletten

Hoe presenteert corticale encefalitis zich bij kinderen met MOGAD?

sep 2024 | Multipele Sclerose

Lees meer over Hoe presenteert corticale encefalitis zich bij kinderen met MOGAD?

3D-FLAIR bruikbaar voor de identificatie van neuritis optica

sep 2024 | Multipele Sclerose

Lees meer over 3D-FLAIR bruikbaar voor de identificatie van neuritis optica

De-escalatie geeft hoger risico op relapses en ziekteprogressie

sep 2024 | Multipele Sclerose

Lees meer over De-escalatie geeft hoger risico op relapses en ziekteprogressie

Therapeutische inertie bij de behandeling van vrouwen met MS

sep 2024 | Multipele Sclerose

Lees meer over Therapeutische inertie bij de behandeling van vrouwen met MS

Kan progressie onafhankelijk van relapsactiviteit worden vastgesteld met patiëntgerapporteerde uitkomsten?

sep 2024 | Multipele Sclerose

Lees meer over Kan progressie onafhankelijk van relapsactiviteit worden vastgesteld met patiëntgerapporteerde uitkomsten?