Tijdens de islamitische vastenmaand ramadan is er geen sprake van meer of meer ernstige gevallen van diabetes-geassocieerde ketoacidose, concluderen Britse onderzoekers op grond van gegevens uit het Digital Evaluation of Ketosis and Other Diabetes Emergencies (DEKODE)-systeem.1
De onderzoekers wilden weten in hoeverre het vasten tijdens de ramadan in de westerse wereld van invloed is op de frequentie en ernst van diabetes-geassocieerde ketoacidose. Daarover is nog weinig bekend. Studies die zijn uitgevoerd onder moslims in traditionele islamitische landen laten wisselende uitkomsten zien.
Om meer inzicht te krijgen in de invloed van ramadan op de frequentie en de ernst van diabetes-geassocieerde ketoacidose analyseerden de Britse onderzoekers 512 gevallen die waren geregistreerd in het DEKODE, het Britse registratiesysteem voor diabetes- gerelateerde medische noodgevallen. Daarbij vergeleken zij de kenmerken van de ziekenhuisopnames wegens diabetes-geassocieerde ketoacidose in de maand voorafgaand aan de ramadan, tijdens de ramadanmaand en in de maand na de ramadan.
De onderzoekers zagen tussen de drie periodes geen verschil in de frequentie waarmee diabetes-geassocieerde ketoacidose was opgetreden en ook geen verschil in de duur van de ketoacidose en de daaraan gerelateerde duur van de ziekenhuisopname.
Wel zagen zij in de maand na de ramadan vaker diabetes-geassocieerde ketoacidose bij mensen met diabetes type 1 dan bij mensen met diabetes type 2.
Bron: