Grote cardiovasculaire uitkomststudies hebben cardiovasculaire voordelen aangetoond van SGLT2-remmers (SGLT2i) en GLP1-receptoragonisten (GLP1-ra) bij mensen met diabetes type 2. Beide klassen medicijnen verlagen ook het 5-jaarsrisico op microvasculaire complicaties. Dit blijkt uit een retrospectieve cohortanalyse met 6 miljoen mensen met diabetes type 2.
Data van een periode van 5 jaar laten zien dat zowel SGLT2i als GLP1-ra het risico verlagen op hartfalen, op ziekenhuisopname door hartfalen (hHF) en op sterfte door alle oorzaken bij mensen met diabetes type 2, maar ook op maculaoedeem. SGLT2i verminderen bovendien het risico op neuropathie, autonome neuropathie en retinopathie. Een overzicht:
SGLT2i en GLP1-ra versus controlegroep
Twee interventiecohorten (SGLT2-i, n = 126.171, en GLP1-ra, n = 164.024) zijn vergeleken met een controlecohort (n = 1.665.412). In beide cohorten was er na 5 jaar een lager relatief risico op:
-
- maculaoedeem: SGLT2i: 0,55; 0,51-0,59; GLP1-ra: 0,80; 0,76-0,84;
- hartfalen: SGLT2i: 0,55; 0,54-0,57; GLP1-ra: 0,63; 0,61-0,65;
- ziekenhuisopname: SGLT2i: 0,64; 0,64-0,65; GLP1-ra: 0,65; 0,65-0,66;
- sterfte door alle oorzaken: SGLT1i: 0,38; 0,37-0,40; GLP1-ra: 0,39; 0,38-0,40.
Vergeleken met de controlegroep waren de risico’s op microvasculaire complicaties na 5 jaar lager met SGLT2i dan met GLP1-ra, namelijk:
-
- diabetische neuropathie: SGLT2i: 0,86; 0,84-0,89; GLP1-ra: 1,19; 1,16-1,22;
- autonome neuropathie: SGLT2i: 0,83; 0,76-0,92; GLP1-ra: 1,08; 1,00-1,17;
- diabetische retinopathie: SGLT2i: 0,71; 0,67-0,74; GLP1-ra: 1,06; 1,02-1,10.
Directe vergelijking GLP1-ra en SGLT2i
In een subanalyse zijn de twee interventiecohorten vergeleken. Hieruit bleek dat de SGLT2i het risico op microvasculaire complicaties en hartfalen, ziekenhuisopname en mortaliteit door alle oorzaken sterker verminderden dan de GLP1-ra. Bij de directe vergelijking met SGLT2i vertoonde het GLP1-ra-cohort een verhoogde RR na 5 jaar voor neuropathie (1,42; 1,39-1,47), autonome neuropathie (1,28; 1,17-1,40), diabetische retinopathie (1,48; 1,41-1,55), maculaoedeem (1,49; 1,38-1,60), hartfalen (1,16; 1,12-1,20), ziekenhuisopname (1,04; 1,03-1,06) en sterfte door alle oorzaken (1,09, 1,06-1,13).
Bron: