In een groot prospectief multicenter cohort van patiënten met lokaal gevorderde pancreaskanker was de mediane algehele overleving 10 maanden. 60% van de patiënten kreeg FOLFIRINOX. De 8% die in aanmerking kwam voor een resectie na neoadjuvante chemotherapie, had een veelbelovende overleving.
30-40% van de patiënten met pancreaskanker presenteert zich met lokaal gevorderde ziekte. De klinische uitkomsten die in de literatuur staan beschreven, zijn meestal afkomstig van zeer geselecteerde patiëntencohorten.
De cohortstudie die op het UEG-congres werd gepresenteerd, evalueerde de behandeling en overlevingskansen in een niet-geselecteerd cohort van patiënten uit 14 ziekenhuizen met lokaal gevorderde pancreaskanker, vastgesteld volgens de criteria van de Dutch Pancreatic Cancer Group (DPCG) in de periode 2015-2017.
Van de 422 geïncludeerde patiënten startte 77% met chemotherapie, 20% kreeg optimale ondersteunende zorg en 3% startte met een andere eerstelijnsbehandeling. De meeste patiënten (60%) begonnen met FOLFIRINOX, 8% werd behandeld met gemcitabine plus nabpaclitaxel en 10% met gemcitabine monotherapie. Bij 309 patiënten werd de stadiëring herzien; 11% had een partiële respons, 72% stabiele ziekte en 18% progressieve ziekte.
De mediane algehele overleving (OS) bij alle patiënten was 10 maanden. De mediane OS was 14 maanden bij behandeling met FOLFIRINOX, 9 maanden bij behandeling met nab-paclitaxel plus gemcitabine en 9 maanden bij behandeling met gemcitabine monotherapie. 8% van de patiënten onderging een resectie. Die patiënten hadden een mediane OS van maar liefst 23 maanden.
Omdat in deze studie als gevolg van een niet-gebalanceerde toewijzing van de verschillende behandeling bias ontstaan kan zijn, zijn nieuwe gerandomiseerde studies nodig.
Walma MS, et al. Treatment and survival of locally advanced pancreatic cancer : a prospective multicenter cohort. Abstract OP156. UEG Week 2019, 22 oktober, Barcelona, Spanje.