Ruxolitinib als behandeling van steroïd-refractaire acute GVHD

Delen via:
EHA 2020

In de REACH2-studie heeft ruxolitinib laten zien superieur te zijn aan de standaardbehandeling van steroïd-refractaire acute graft-versus-hostziekte (GVHD). Uit een vervolganalyse blijkt dat het voordeel in verschillende subgroepen bestaat, en onafhankelijk is van acute GVHD-graad bij randomisatie en orgaanbetrokkenheid.

Acute graft-versus-hostziekte (aGVHD) blijft een punt van zorg bij allogene stamceltransplantaties, aangezien niet alle patiënten op de standaardbehandeling met steroïden reageren. In de recente fase 3 REACH2-studie werden 30 patiënten 1:1 gerandomiseerd naar ruxolitinib (n = 154) of best available therapy (n = 155). De studie toonde aan dat een significant hoger percentage patiënten na 28 dagen behandeling op ruxolitinib reageerde dan op de standaardbehandeling (ORR 62,3 vs. 39,4%; p < 0,001).1

In een vervolganalyse bleken verschillende subgroepen beter te reageren op ruxolitinib dan op de standaardbehandeling. Hieronder waren patiënten van 18 tot 65 jaar (ORR 64,8 vs. 38,1%; OR 3,12). De bij met ruxolitinib behandelde patiënten hogere respons werd waargenomen ongeacht de aGvHD-graad (II-IV) en orgaanbetrokkenheid bij randomisatie. ORR bleek het hoogst bij patiënten met aGVHD-graad II (75,5 vs. 50,9%; OR 2,96) en bij patiënten met huidbetrokkenheid (72,0 vs. 47,3%; OR 2,99).

Ook had een hoger percentage van de met ruxolitinib behandelde patiënten met een respons op dag 28, vergeleken met patiënten die de standaardtherapie kregen, nog steeds een respons op dag 56 (ORR 39,6 vs. 21,9%; p < 0,001). Er werden geen nieuwe of onverwachte veiligheidsproblemen gerapporteerd.

Bronnen:

Zeiser R, et al. Ruxolitinib for glucocorticoid-refractory acute Graft-versus-Host Disease. N Engl J Med. 2020;382:1800‐10.

Zeiser R, et al. Ruxolitinib versus best available therapy in patients with steroid-refractory acute graft-versus-host disease: overall response rate by baseline characteristics in the randomized phase 3 REACH2 trial. EHA25 VIRTUAL 2020, abstract S255.

Prof. Marie-José Kersten over de ATALANTA-1-studie

jan 2025

Lees meer over Prof. Marie-José Kersten over de ATALANTA-1-studie

Prof. Arnon Kater over de AMPLIFY-studie

jan 2025

Lees meer over Prof. Arnon Kater over de AMPLIFY-studie

Prof. Arnon Kater over de HOVON 140-studie

jan 2025

Lees meer over Prof. Arnon Kater over de HOVON 140-studie

Prof. Arnon Kater over de EPCORE CLL-1-studie

jan 2025

Lees meer over Prof. Arnon Kater over de EPCORE CLL-1-studie

Dr. Stijn Halkes over eltrombopag bij aplastische anemie

jan 2025

Lees meer over Dr. Stijn Halkes over eltrombopag bij aplastische anemie

Dr. Stijn Halkes over CHIP-mutaties bij aplastische anemie

jan 2025

Lees meer over Dr. Stijn Halkes over CHIP-mutaties bij aplastische anemie

Dr. Cathelijne Fokkema over circulerende plasmacellen in de PERSEUS-studie

jan 2025

Lees meer over Dr. Cathelijne Fokkema over circulerende plasmacellen in de PERSEUS-studie

Dr. Jeanette Doorduijn over de rol van rituximab-onderhoudsbehandeling in de HOVON 133-studie

jan 2025

Lees meer over Dr. Jeanette Doorduijn over de rol van rituximab-onderhoudsbehandeling in de HOVON 133-studie

Dr. Jeanette Doorduijn over mantelcellymfomen in de HOVON 133-studie

jan 2025

Lees meer over Dr. Jeanette Doorduijn over mantelcellymfomen in de HOVON 133-studie