Ruxolitinib verbetert het miltvolume en de totale symptoomscore bij patiënten met myelofibrose, ongeacht anemie en transfusiestatus bij aanvang. Dit blijkt uit een post-hocanalyse van de 2 COMFORT-studies.
Ruxolitinib is een Januskinase (JAK)1/JAK2-remmer die is goedgekeurd voor de behandeling van patiënten met midden- of hoogrisico myelofibrose (MF). Een bekend gevolg van een behandeling met ruxolitinib is (voorbijgaande) dosisafhankelijke anemie.
In een post-hocanalyse van de COMFORT-I- en COMFORT-II-studie gingen de onderzoekers na of deze anemie een effect heeft op de miltvolumerespons (SVR) en de totale symptoomscore (TSS) bij patiënten met MF. De patiënten werden hiertoe gestratificeerd op basis van op baseline anemiestatus en transfusiestatus bij baseline (transfusieafhankelijk (TD) of niet-transfusieafhankelijk (NTD)).
Van de 277 patiënten waren er 154 niet-anemisch bij aanvang (55,6%), 55 hadden anemisch-NTD (19,9%) en 68 anemisch-TD (24,5%). In week 24 was het aandeel patiënten met SVR35 en een vermindering van het miltvolume van ≥ 35% ten opzichte van baseline, bij patiënten met nieuwe of verergerde anemie tot week 12, 48,8% voor niet-anemische patiënten, 33,3% voor anemische NTD-patiënten en 41,4% voor anemische TD-patiënten. Bij patiënten zonder nieuwe of verergerende anemie tot week 12 was dit aandeel respectievelijk 43,2%, 23,1% en 28,2%.
Het aandeel patiënten met ≥ 50% afname in TSS in week 24 onder degenen met nieuwe of verslechterende anemie tot week 12 was 51,1% voor niet-anemische patiënten, 42,1% voor anemische NTD-patiënten en 46,7% voor anemische TD-patiënten. Bij patiënten zonder nieuwe of verergerende anemie tot week 12 was dit respectievelijk 42,9, 40,0 en 54,2%.
Bron: