SARS-CoV-2-antigenen tot 14 maanden na infectie nog detecteerbaar

Delen via:
CROI 2024

In tegenstelling tot wat aanvankelijk werd gedacht, blijkt SARS-CoV-2 geen voorbijgaand pathogeen te zijn. SARS-CoV-2-antigenen kunnen bij sommige mensen nog lang na de initiële infectie aanwezig zijn. Zo blijkt 7 tot 13% van de plasmamonsters een jaar na SARS-CoV-2-infectie nog detecteerbare virale antigenen te bevatten die potentieel immunogeen zijn. 

In dit onderzoek is virale persistentie gemeten met behulp van array assays met 1 molecuul voor SARS-CoV-2-spike-, S1- en nucleocapside-antigeen in plasma. Deze plasmamonsters waren afkomstig van 171 patiënten die COVID-19 hadden doorgemaakt. Ook werden in de studie 250 controlemonsters meegenomen die vóór de pandemie waren verzameld. Daarnaast werd bij 5 patiënten tussen 90 en 676 dagen na COVID-19-infectie zonder herinfectie rectaal weefsel afgenomen om SARS-CoV-2-spike-RNA in dat weefsel te beoordelen. Dit werd gedaan met een RNA-scope.

De uitkomsten lieten zien dat de antigeenpositiviteit in de pre-COVID-19-controlegroep 2% was. Bij 12,6% van de mensen met een doorgemaakte SARS-CoV-2-infectie kon na 3 tot 6 maanden antigeenpositiviteit worden aangetoond; na 6 tot 10 maanden was dit het geval bij 10,7% en na 10-14 maanden bij 7,5% van de mensen. In de rectale monsters van 4 mensen vond men bewijs van SARS-CoV-2 spike-RNA. Tevens werd bewijs gevonden van dubbelstrengs-RNA dat alleen aanwezig is als het virus actieve replicatie ondergaat. Mogelijk, zo stelden de onderzoekers, reflecteert deze bevinding de aanwezigheid van een actief reservoir van SARS-CoV-2. 

Er werd geconcludeerd dat SARS-CoV-2 bij sommige mensen maanden tot zelfs jaren na COVID-19 persisteert. Of deze aanhoudende aanwezigheid van antigenen verantwoordelijk is voor klachten (bijvoorbeeld long COVID) of bepaalde events, zoals een hartaanval nadat iemand lange tijd daarvoor COVID-19 heeft gehad, is niet bekend. Meer onderzoek is noodzakelijk om uit te wijzen wat de rol van de aanwezigheid van persisterende antigenen precies is. 

Bron:

  1. Peluso MJ, Goldberg S, Swank Z, et al. Multimodal assessment of antigen persistence in the post-acute phase of SARS-CoV-2 infection. CROI Congress 2024, abstract 138.

CROI 2017: Rol CAR-T-cellen bij zowel hiv als oncologie

feb 2017 | HIV

Lees meer over CROI 2017: Rol CAR-T-cellen bij zowel hiv als oncologie

CROI 2017: Ledipasvir en sofosbuvir verhogen TFVDP-concentratie in rode bloedcellen

feb 2017 | HIV

Lees meer over CROI 2017: Ledipasvir en sofosbuvir verhogen TFVDP-concentratie in rode bloedcellen

CROI 2017: Virologische suppressie behouden met dolutegravir en rilpivirine

feb 2017 | HIV

Lees meer over CROI 2017: Virologische suppressie behouden met dolutegravir en rilpivirine

CROI 2017: Geen relatie darunavir en ritonavir met CKD

feb 2017 | HIV

Lees meer over CROI 2017: Geen relatie darunavir en ritonavir met CKD

CROI 2017: Controle cardiometabole aandoeningen nodig bij jongeren met hiv

feb 2017 | HIV

Lees meer over CROI 2017: Controle cardiometabole aandoeningen nodig bij jongeren met hiv

CROI 2017: Aanwezigheid zikavirus in lichaamsvloeistoffen varieert sterk

feb 2017 | Virale infecties

Lees meer over CROI 2017: Aanwezigheid zikavirus in lichaamsvloeistoffen varieert sterk

CROI 2017: Hoge prevalentie HCV hiv-negatieve MSM

feb 2017 | HIV

Lees meer over CROI 2017: Hoge prevalentie HCV hiv-negatieve MSM

CROI 2017: Lagere TFV-plasmaconcentraties met TAF

feb 2017 | HIV

Lees meer over CROI 2017: Lagere TFV-plasmaconcentraties met TAF

CROI 2017: Specifieke interventie verhoogt PrEP-therapietrouw

feb 2017 | HIV

Lees meer over CROI 2017: Specifieke interventie verhoogt PrEP-therapietrouw