Een gepoolde analyse van twee gerandomiseerde fase III-trials laat zien dat satralizumab bij patiënten met neuromyelitis optica spectrum disorder (NMOSD) de kans op een ernstige relaps verlaagt. Daardoor hoefde in vergelijking met placebo ook minder vaak acute behandeling van relapses te worden ingezet.
Het ging om de trials SakuraSky, waarin satralizumab in combinatie met immunosuppressiva op baseline werd gegeven, en SakuraStar, waarin satralizumab als monotherapie werd onderzocht. In beide onderzoeken kregen deelnemers satralizumab 120 mg of placebo in week 0, 2, en 4, en daarna om de 4 weken. Een relaps was per definitie ernstig als deze resulteerde in een verandering van ≥ 2 punten op de Expanded Disability Status Scale (EDSS) of de visuele Functional Systems Scores (FSS).
In de gepoolde analyse werden 178 deelnemers opgenomen, van wie 104 satralizumab hadden geloot en 74 placebo. In de experimentele groep kregen 27 deelnemers (26%) een relaps, in de placebogroep 34 (46%). Het aantal relapses dat als ernstig werd aangemerkt, was laag: 17 in totaal. Het percentage ernstige relapses was lager in de satralizumab- dan in de placebogroep: 5 van 27 (19%) versus 12 van 34 (35%). Hetzelfde gold voor het percentage gevallen van optische neuritis die ernstig waren: 2 van 8 (25%) versus 5 van 13 (39%).
Al met al was de kans op een ernstige relapse bij gebruik van satralizumab 79% lager dan bij placebo: HR 0,21 (95% BI 0,07-0,61; p = 0,002). In de experimentele groep werd 38% van de deelnemers acuut behandeld voor een relaps, in de placebogroep was dat 58%: OR 0,46 (0,25-0,86; p = 0,015). Het absolute aantal ernstige relapses was echter laag, zodat deze resultaten voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden.
Bron:
Kleiter I. Effect of satralizumab on relapse severity in neuromyelitis optica spectrum disorder (NMOSD): results from the Phase III SAkura studies. MSVIRTUAL2020, FC01.03.