Amerikaanse patiënten die met sepsis op de IC belanden, krijgen vaak een andere klinische behandeling dan de computer adviseert. Bij 309.415 statussen verschilde de eigenlijke klinische behandeling in 214.748 gevallen van de aanbevelingen van de AI-arts. De verschillen waren groter bij patiënten met meer orgaandisfunctie en in een ernstiger toestand.
Vasopressoren en vochttoediening staan aan de basis van hemodynamische ondersteuning bij sepsis, maar over de gewenste timing van specifieke beslissingen bestaat onduidelijkheid. Om AI-modellen voor prospectief testen te helpen optimaliseren, hebben Amerikaanse onderzoekers retrospectief bepaald in welke gevallen welke beslissingen van artsen en AI-aanbevelingen verschillen. Ze gebruikten de dossiers van 30.678 patiënten die tussen 2013 en 2017 in 14 ziekenhuizen waren opgenomen. Het waren patiënten die binnen 6 uur na aankomst voldeden aan de Sepsis-3-criteria. De aanbevelingen van de ‘AI-arts’ werden vergeleken met de daadwerkelijke klinische behandeling in afzonderlijke perioden van 4 uur. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 62 jaar, 51% was man.
Bij 94.667 (31%) van de statussen kwamen de aanbevelingen overeen; bij 214.748 (61%) waren er verschillen. Een belangrijk verschil op de IC was dat artsen 121.846 keer (39%) meer vocht gaven dan de AI-arts aanbeval, en in 79.463 gevallen (26%) juist minder. Ook gaven artsen in 42.741 gevallen (14%) meer vasopressoren dan hun AI-collega’s, en in 1.717 (4%) juist minder. De verschillen waren groter bij patiënten met serumlactaat ≥ 4 mmol/l, evenals bij patiënten met een SOFA-score ≥ 7.
Bron: