In een proof-of-concept-studie is aangetoond dat bepaalde mensen met hiv/HBV-co-infectie niet per se virologische controle over het hepatitis B-virus (HBV) verliezen als ze stoppen met tenofovir. Sommigen ervaren zelfs HBsAg-verlies. Ongecontroleerde hiv-infectie en positieve HBeAg-serologie waren echter risicofactoren voor verhoogde HBV-activiteit.1
In deze studie zijn de virologische en serologische effecten onderzocht bij mensen met hiv/HBV-co-infectie die tenofovir stopten of daarmee nooit gestart zijn. De analyse is gebaseerd op gegevens uit de French HIV-HBV Cohort Study, waarin deelnemers ten minste 6 jaar werden gevolgd. De 192 deelnemers werden verdeeld in 3 groepen: tenofovir-gebruikers die doorgingen met deze medicatie (83,9%), gestopte tenofovir-gebruikers (11,5%) en de mensen die nooit met tenofovir zijn gestart (4,7%). HBV-virale activiteit en leverenzymwaarden (ALT) werden gedurende de follow-upperiode geanalyseerd. De mediane follow-upduur van dit onderzoek was 14,5 jaar. De meeste deelnemers in alle 3 de groepen hadden een hoge mate van HBV-controle. HBV-DNA was ondetecteerbaar bij 96,0% van de groep die continu tenofovir gebruikte, 100% in de groep die behandeling met tenofovir staakte en 100% in de groep die nooit tenofovir had gebruikt. Factoren die samenhingen met verhoogde HBV-activiteit bij mensen zonder tenofovir waren detecteerbaar hiv-RNA (p = 0,041), een lager CD4-aantal (p = 0,027), positieve HBeAg-serologie (p = 0,004) en de aanwezigheid van anti-hepatitis D (HDV)-antilichamen (p = 0,001). Stijging van leverenzymen was geassocieerd met positieve anti-HCV-antilichamen (p = 0,012). Opvallend was dat 23% van de mensen die tenofovir stopten en 56% van de mensen die nooit tenofovir gebruikten hun HBV-oppervlakte-antigeen verloren. Dit is een mogelijke aanwijzing voor spontane HBV-controle.
Bron:
- Mohareb A, Miailhes P, Bottero J, et al. Outcomes in HIV-hepatitis B coinfection without tenofovir-containing antiretroviral therapy. CROI Congress 2025, abstract 772.