Bij patiënten met eerder behandelde chronische, actieve leeftijdsgebonden maculadegeneratie vermindert stereotactische radiotherapie het aantal benodigde ranibizumab-injecties zonder nadelig effect op het gezichtsvermogen. Dit blijkt uit de gerandomiseerde STAR-studie.
Deelnemers aan de STAR studie waren 411 patiënten met eerder behandelde, chronische actieve leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD). Zij werden 2:1 gerandomiseerd naar robotgestuurde stereotactische radiotherapie (n = 274; 16 Gy) of een placebo-operatie (n = 137). Alle deelnemers waren 50 jaar of ouder en waren minimaal 3 keer behandeld met anti-VEGF-injecties, waarvan 1 keer in de voorafgaande 4 maanden. Het primaire eindpunt van de studie was het aantal benodigde ranibizumab-injecties gedurende een periode van 2 jaar.
De groep die was behandeld met stereotactische radiotherapie ontving gedurende 2 jaar gemiddeld 10,7 injecties met ranibizumab ten opzichte van gemiddeld 13,3 injecties in de groep die was behandeld met een placebo-operatie, een verschil van 2,9 injecties. De belangrijkste secundaire uitkomstmaat was de Early Treatment Diabetic Retinopathy Study (ETDRS) best gecorrigeerde visus (BCVA) na 2 jaar. In de radiotherapie-groep nam de BCVA af van 68,4 naar 65,4 letters en in de placebogroep van 69,1 naar 68,5 letters, waarmee de behandelingen non-inferieur aan elkaar waren.
Microvasculaire afwijkingen traden vaker op in de radiotherapie-groep dan in de placebogroep, met afwijkingen bij 34,5 versus 11,9% van de patiënten. Opvallend was dat de BCVA beter was in de groep met microvasculaire afwijkingen dan in de groep zonder deze afwijkingen.
De onderzoekers meldden verder dat de kosten van het behandelen met stereotactische radiotherapie lager waren dan de kosten van de bespaarde ranibizumab-injecties, waardoor in de radiotherapie-groep gemiddeld 675 euro (565 Engelse ponden) per patiënt werd bespaard.
Bron: