Er blijken significante verschillen te zijn in het microbioom bij mannen met en zonder prostaatkanker.1 De onderzoekers poneren een veranderde synthese van steroïdhormonen als een van de mogelijke verklaringen voor de gevonden associatie. Hun bevindingen zouden ook de geografische en leefstijlverschillen bij prostaatkanker kunnen helpen verklaren.
De resultaten van dit prospectieve multicenteronderzoek werden tijdens het EAU-congres van 2022 in Amsterdam gepresenteerd door prof. dr. Peter Boström (Turku, Finland). Hij vertelde dat er wereldwijd enorme verschillen bestaan in de incidentie en mortaliteit van prostaatcarcinoom, en dat hierbij vele leefstijl- en omgevingsfactoren een rol spelen.2 Een veranderd microbioom zou de associatie tussen leefstijl en prostaatkankerrisico kunnen helpen verklaren. Om hierin meer inzicht te krijgen is bij 181 mannen het microbioom geanalyseerd aan de hand van 16S rRNA gene sequencing. Het ging om mannen die mogelijk prostaatkanker hadden. Terwijl op geleide van de resultaten van een MRI-scan een prostaatbiopt werd afgenomen, werden ook monsters van het microbioom verzameld.
Van de 181 proefpersonen kregen er 101 (60%) de diagnose prostaatkanker. Het enige verschil in leefstijl was dat degenen die de diagnose kregen minder vaak rookten. De samenstelling van het microbioom in de groep met prostaatkanker verschilde significant van die in de groep zonder prostaatkanker. Hun microbioom was bijvoorbeeld rijker aan Erysipelotrichaceae, Prevotella-, Escherichia- en Shigella-soorten (Shigella is een pathogeen dat diarree veroorzaakt). Omgekeerd waren onder meer Jonquetella, Moryella, Anaeroglobus, Corynebacterium en CAG-352 minder prominent aanwezig dan bij de controlepersonen.
Uit voorspellende functionele analyses van de achterliggende mechanismen bleek dat een toegenomen activiteit van 5-alfareductase (5-AR), een gestegen koperabsorptie en een toegenomen retinolmetabolisme de verschillen in microbioom mogelijk kunnen helpen verklaren. De testosteronspiegel in plasma correleerde negatief met de voorspelde microbiële activiteit van 5-AR.
Bronnen