Het begrip hersenmist is in de schijnwerpers komen te staan door COVID-19. Het gaat samen met verschillende symptomen die nog niet eerder systematisch in kaart zijn gebracht. In een Britse studie werd gekeken naar verbanden tussen de subjectieve aanwezigheid van hersenmist en mogelijke symptomen, demografische en leefstijlvariabelen en klinische comorbiditeit.
De onderzoekers verzamelden gegevens via Mindstep, een applicatie op de mobiele telefoon die is ontwikkeld door neurologen, psychiaters en psychologen van de National Health Service (NHS) en die gebruikers inzicht biedt in hun cognitieve en psychische gezondheid. Van de ruim 25.000 gebruikers van deze app rapporteerden er 7280 (28,2%) dat zij last hadden van hersenmist. De gebruikers zonder hersenmist werden behandeld als controlegroep.
Significante verbanden waren aanwezig tussen de subjectieve aanwezigheid van hersenmist en moeite met focussen of concentreren (OR = 3,3) en moeite om gesprekken te volgen (OR = 2,2). Oudere gebruikers van Mindstep hadden vaker last van hersenmist dan jongere en het kwam vaker voor bij vrouwen (OR = 1,2). Gekeken naar leefstijlvariabelen kwam hersenmist vaker voor bij personen die minder bewogen en die een slechtere slaapkwaliteit hadden.
Mensen met subjectieve hersenmist hadden lagere cognitieve scores en ze leden vaker aan gegeneraliseerde angst, depressie en migraine. Verder kwam het meer voor bij mensen die langdurig COVID-19 hadden (OR = 3,8) en bij mensen met hersenschuddingen (OR = 2,4).
Vervolgens hebben de onderzoekers met machinelearning-technieken een voorspellend model ontwikkeld voor de aanwezigheid van hersenmist, waarmee een kruisgevalideerde nauwkeurigheid van 74% bereikt werd. Nieuw prospectief onderzoek kan mogelijk uitwijzen of het model bruikbaar is voor de identificatie van mensen met een verhoogd risico op subjectieve hersenmist.
Bron