Een derde deel van de patiënten bij wie volgens de MAPS-richtlijn geen verdere follow-up nodig zou zijn, blijkt bij surveillance-onderzoek ten onrechte geclassificeerd te zijn als laag risico. Drie patiënten in de betreffende Nederlandse prospectieve cohortstudie hadden hooggradige dysplasie of maagkanker ontwikkeld. Daarom moeten de endoscopische en histologische stadiëring van premaligne maaglaesies verbeterd worden.
Maagkanker van het intestinale type ontstaat vanuit premaligne laesies. Daarom is maagkanker geschikt voor screening en surveillance. Volgens de MAPS-richtlijn is geen surveillance nodig in geval van atrofische gastritis of intestinale metaplasie die beperkt is tot het antrum of corpus. Echter, willekeurig genomen biopten zijn mogelijk geen goede weerspiegeling van de omvang van de laesies.
In het multicenter PROREGAL-cohort dat is gestart in 2009, zijn patiënten die bij de index-endoscopie (t0) atrofische gastritis, intestinale metaplasie en/of dysplasie van het maagslijmvlies hadden, prospectief gevolgd. Conform het in deze studie opgezette protocol ondergingen alle patiënten een jaar na de index-scopie wél een surveillance-scopie (t1), waarbij willekeurig biopten werden genomen. Als er noch hooggradige, noch laaggradige dysplasie werd aangetroffen, volgde na drie jaar een tweede surveillance-scopie (t2). De overige surveillance-intervallen waren in overeenstemming met de MAPS-richtlijn.
Het PROREGAL-cohort omvatte 334 patiënten. Hoewel bij 113 van hen in de periode 2009-2019 volgens de MAPS-richtlijn uit 2012 geen verdere follow-up nodig was, ondergingen zij in die periode wel een surveillance-scopie, conform het studieprotocol. Bij 33,6% van deze 113 patiënten werd op t2 of t3 progressie van of nieuwe maaglaesies gevonden, waarvoor ook in de richtlijn uit 2012 surveillance wordt aanbevolen.
De MAPS-richtlijn uit 2019 had bij 173 van de geïncludeerde patiënten geen verdere follow-up nodig gevonden. Toch waren bij 35,8% van deze 173 patiënten op t2 of t3 wel degelijk maaglaesies aanwezig, waarvoor ook in de richtlijn surveillance wordt aanbevolen. Dit betrof twee gevallen van hooggradige dysplasie, beide gelegen in het corpus, en één geval van een adenocarcinoom van de angulus.
Mommersteeg M, et al. Evaluating the accuracy of discharging patients from surveillance for gastric premalignant lesions according to the MAPS guideline in a low risk population: a prospective cohort study. Abstract OP365. UEG Week 2019, 23 oktober, Barcelona, Spanje.